ECLI:NL:TADRAMS:2017:92 Raad van Discipline Amsterdam 16-863/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2017:92
Datum uitspraak: 21-04-2017
Datum publicatie: 28-04-2017
Zaaknummer(s): 16-863/A/A
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Overige gronden
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet niet-ontvankelijk

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 21 april 2017

in de zaak 16-863/A/A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 24 oktober 2016 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij ongedateerde brief, ontvangen op 15 juni 2016, heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 15 september 2016 met kenmerk 4016-0420, door de raad ontvangen op 15 september 2016, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 24 oktober 2016 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 24 oktober 2016 is verzonden aan klager.

1.4 Bij brief van 24 november 2016, door de raad ontvangen op 24 november 2016, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 28 februari 2016 in aanwezigheid van klager en verweerder, bijgestaan door mr. A.J.M. van Roy.

1.6 Bij brief van 30 maart 2017 heeft de raad klager erop gewezen dat zijn verzetschrift een dag na het verstrijken van de verzettermijn door de raad is ontvangen en heeft de raad klager in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vraag of de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

1.7 Bij brief met bijlage van 3 april 2017 aan de raad heeft klager van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Verweerder heeft op deze brief gereageerd bij brief van 5 april 2017. Partijen zijn ervan in kennis gesteld dat heden de beslissing wordt gegeven.

1.8 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, van het verzetschrift van klager van 24 november 2016 alsmede van de in 1.7 vermelde brieven.

2 KLACHT

2.1 Voor een weergave van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen de klachtomschrijving in de voorzittersbeslissing komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klager zich niet kan verenigen met de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING

4.1 Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het verzet overweegt de raad als volgt.

4.2 Ingevolge artikel 46h Advocatenwet kan klager binnen dertig dagen na de verzending van de beslissing van de voorzitter schriftelijk verzet doen bij de raad van discipline.

4.3 Blijkens het dossier is op 24 oktober 2016 een afschrift van de beslissing van de voorzitter aangetekend aan klager verzonden. In de ‘mededelingen van de griffier ter informatie’ is klager gewezen op de wettelijke verzettermijn. De griffie heeft eerst op 24 november 2016 het verzetschrift van klager ontvangen. Dat is een dag na het verstrijken van de verzettermijn.

4.4 Dit brengt met zich dat klager niet-ontvankelijk is in zijn beroep, tenzij de raad tot het oordeel komt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

4.5 Klager heeft te dien aanzien in zijn brief van 3 april 2017 aangevoerd dat hij een posttraumatisch stresssyndroom heeft en dat hij om die reden het verzetschrift pas op 24 november 2016 heeft ingediend. Naar het oordeel van de raad levert deze omstandigheid zonder nadere motivering, die ontbreekt, geen verschoonbare termijnoverschrijding op.

4.6 De raad concludeert dat de termijnoverschrijding voor rekening van klager dient te blijven.

4.7 Het verzet is derhalve niet-ontvankelijk.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus beslist door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs. S. van Andel, K. Straathof, leden, bijgestaan door mr. A. Lof als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 21 april 2017.

Griffier Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 21 april 2017 verzonden.