ECLI:NL:TADRAMS:2017:290 Raad van Discipline Amsterdam 17-538/A/A 17-539/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2017:290
Datum uitspraak: 22-12-2017
Datum publicatie: 08-01-2018
Zaaknummer(s):
  • 17-538/A/A
  • 17-539/A/A
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Klachten waarop al eerder is beslist
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 22 december 2017

in de zaken 17-538/A/A en 17-539/A/A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 29 augustus 2017 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerders

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 7 september 2016 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerders.

1.2 Bij brief aan de raad van 17 juli 2017 met kenmerk 4016-0728 en 4016-0729, door de raad ontvangen op 18 juli 2017, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 29 augustus 2017 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 29 augustus 2017 is verzonden aan klager.

1.4 Bij brief met bijlagen van 23 september 2017, door de raad ontvangen op 22 september 2017, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 14 november 2017 in aanwezigheid van mevrouw mr. A.B. Vissers, kantoorgenote van verweerders. Klager is niet verschenen.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 23 september 2017.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

3.1 Klager heeft in verzet aangevoerd dat de aanduiding en overweging van de voorzitter dat het om hetzelfde handelen van verweerders gaat onjuist is. Het betreft wel een herhaling van ook al eerder gepleegd onjuist handelen van verweerders. Aan onderhavige klachtzaak liggen nieuwe feiten ten grondslag. Van twee keer klagen over hetzelfde feitencomplex kan dan ook geen sprake zijn, aldus klager.

4 BEOORDELING

4.1 Klager lijkt er aldus van uit te gaan dat de voorzitter de klacht heeft afgedaan met toepassing van het ne-bis-in-idem-beginsel. Daarvan is echter geen sprake. De voorzitter heeft de klacht niet kennelijk niet-ontvankelijk maar kennelijk ongegrond verklaard. De voorzitter heeft geoordeeld dat de overwegingen uit randnummer 4.11 en 4.12 van de beslissing in de zaken 16-976/A/A en 16-977/A/A ertoe moeten leiden dat de klacht kennelijk ongegrond is.

4.2 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.3 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs. B.J. Sol en C. Wiggers, leden, bijgestaan door mr. S. van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 december 2017.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 22 december 2017 verzonden.