ECLI:NL:TADRAMS:2017:224 Raad van Discipline Amsterdam 17-372/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2017:224
Datum uitspraak: 17-10-2017
Datum publicatie: 24-10-2017
Zaaknummer(s): 17-372/A/NH
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam

van 17 oktober 2017

in de zaak 17-372/A/NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 26 juni 2017 op de klacht van:

klager

tegen:

 in zijn hoedanigheid van deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 15 oktober 2016 heeft klager bij het bureau van de Orde Den Haag een klacht ingediend over verweerder. Bij beslissing van het Hof van Discipline van 18 november 2016 is deze klacht verwezen naar de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: “de deken”) voor het doen van onderzoek.

1.2 Bij brief aan de raad van 11 mei 2017 met kenmerk td/md/16-451, door de raad ontvangen op 12 mei 2017, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 26 juni 2017 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 27 juni 2017 is verzonden aan klager.

1.4 Bij e-mail van 6 juli 2017 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 5 september 2017. Partijen zijn niet verschenen.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 6 juli 2017.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op, met uitzondering van het volgende.

2.2 Klager stelt dat onder de feiten in de voorzittersbeslissing ten onrechte geen melding is gemaakt van het feit dat de ingediende stukken elkaar tegenspreken. Enerzijds wordt door mr. V gemeld dat het tentamenbriefje ongeldig is, anderzijds wordt door hem gemeld dat de uitspraak van de rechtbank in rechte vast staat en dat dus het tentamenbriefje geldig is, aldus klager.

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1 Klager voert aan dat verweerder geen correct onderzoek heeft gedaan naar de klacht van klager, aangezien hij achterwege heeft gelaten dat mr. V tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd. Ook in de voorzittersbeslissing wordt hier ten onrechte geen melding van gemaakt, aldus klager.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. C.L.J.M. de Waal, voorzitter, mrs. A. de Groot en M. Middeldorp, leden, bijgestaan door mr. P.J. Verdam als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 oktober 2017.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 17 oktober 2017 verzonden.