ECLI:NL:TADRAMS:2016:72 Raad van Discipline Amsterdam 15-516/A/NN

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2016:72
Datum uitspraak: 21-03-2016
Datum publicatie: 07-04-2016
Zaaknummer(s): 15-516/A/NN
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet. Klacht tegen eigen advocaat. Verzet ongegrond. De voorzitter heeft de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Verschoonbare termijnoverschrijding.

Beslissing van 21 maart 2016

in de zaak 15-516/A/NN

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 23 november 2015 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 14 mei 2014 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

1.2 Bij verwijzingsbeslissing van de plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline van 30 oktober 2015, met daaraan gehecht de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland van 6 oktober 2015 met kenmerk 2014 KNN087, is de klacht ter kennis van de raad gebracht. De verwijzingsbeslissing is door de raad van discipline in het ressort Amsterdam ontvangen op 3 november 2015.

1.3 Bij beslissing van 23 november 2015 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De beslissing is op 23 november 2015 verzonden naar een, naar later bleek, voormalig woonadres van klager. Bij brief van 21 december 2015 is de beslissing van 23 november 2015 opnieuw aan klager verzonden, dit keer naar klagers juiste adres.

1.4 Bij brief van 1 januari 2016, door de raad ontvangen op 4 januari 2016, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 25 januari 2016 in aanwezigheid van klager.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 1 januari 2016.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet strekken ertoe om de klacht in volle omvang opnieuw te beoordelen.

4 BEOORDELING

4.1 De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.2 Hoewel het verzetschrift door de griffie is ontvangen na ommekomst van de verzettermijn, acht de raad de termijnoverschrijding verschoonbaar. Pas op 21 december 2015 is de beslissing naar het juiste adres van klager verstuurd; het verzetschrift van klager is vervolgens binnen veertien dagen nadien door de raad ontvangen. Klager is ontvankelijk in zijn verzet.

4.3 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. De raad deelt ook het oordeel van de voorzitter dat klager onvoldoende heeft onderbouwd dat sprake zou zijn van gebrekkige communicatie. Ter zitting heeft klager overigens bevestigd dat hij naar aanleiding van het verstekvonnis van 23 juli 2008 met een kantoorgenoot van verweerder heeft gesproken en dat hem toen is uitgelegd dat het vonnis naar de deurwaarder zou worden gestuurd.

4.4 Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.5 Voor zover klager heeft willen klagen over de bejegening c.q. de behandeling door verweerder, geldt dat een ter zitting voor het eerst geuite klacht buiten beschouwing moet worden gelaten.

4.6 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. S. van Andel, E.M.J. van Nieuwenhuizen, B.J. Sol, en C. Wiggers, leden, bijgestaan door mr. S.M. Balkema als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 21 maart 2016.

Griffier Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 21 maart 2016 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

en per gewone post aan:

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland.     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.