ECLI:NL:TADRAMS:2016:62 Raad van Discipline Amsterdam 15-201A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2016:62
Datum uitspraak: 14-03-2016
Datum publicatie: 25-03-2016
Zaaknummer(s): 15-201A
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Fouten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet. Klacht tegen advocaat wederpartij. Niet gebleken dat verweerster gebruik heeft gemaakt van een valse aangifte en/of een vals huisartsrapport. Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 14 maart 2016

in de zaak 15-201A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 10 september 2015 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 6 mei 2015 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerster.

1.2 Bij brief aan de raad van 20 augustus 2015 met kenmerk 4015-0321, door de raad ontvangen op 21 augustus 2015, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 10 september 2015 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 10 september 2015 is verzonden aan klager.

1.4 Bij brief van 5 oktober 2015, door de raad ontvangen op 6 oktober 2015, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 19 januari 2016 in aanwezigheid van klager en verweerster.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 4 oktober 2015 en de nagezonden stukken van 30 november 2015 en 29 december 2015.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1 De voorzitter heeft de klacht ten onrechte kennelijk ongegrond verklaard, waarbij voorbij is gegaan aan de relevantie van de door klager genoemde feiten en omstandigheden

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

4.3 Het verzoek van verweerster om klager in de proceskosten van de tuchtrechtprocedure te veroordelen wordt vanwege het ontbreken van een wettelijke grondslag voor die kostenveroordeling afgewezen.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. C.L.J.M. de Waal, voorzitter, mrs. B. Roodveldt, J.M. van de Laar, leden, bijgestaan door mr. N.M.K. Damen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 maart 2016.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 14 maart 2016

verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.

Op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.