ECLI:NL:TADRAMS:2016:259 Raad van Discipline Amsterdam 16-638/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2016:259
Datum uitspraak: 23-12-2016
Datum publicatie: 30-12-2016
Zaaknummer(s): 16-638/A/NH
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond. Klacht over kwaliteit dienstverlening ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 23 december 2016

in de zaak 16-638/A/NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 11 augustus 2016 op de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 3 januari 2016 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 7 juli 2016 met kenmerk td/md/16-006, door de raad ontvangen op 8 juli 2016, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 11 augustus 2016 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard.

1.4 Bij brief van 2 september 2016, door de raad ontvangen op 9 september 2016, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 14 november 2016 in aanwezigheid van klaagster.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster van 2 september 2016 en van hetgeen klaagster ter zitting naar voren heeft gebracht.

2 FEITEN EN KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klaagster in verzet niet op.

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1 Volgens klaagster heeft verweerder uitsluitend in het belang van de Raad voor de Kinderbescherming, door klaagster aangeduid met “Justitie”, gehandeld. Verder heeft klaagster ter zitting herhaald dat verweerder niet in hoger beroep wilde gaan van de beschikkingen en van het kort geding vonnis genoemd in de voorzittersbeslissing.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. G. Kaaij, C. Wiggers, leden, bijgestaan door mr. A. Lof als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 december 2016.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 23 december 2016

verzonden aan:

- klager/klaagster

- verweerder/verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

Op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.