ECLI:NL:TADRAMS:2015:58 Raad van Discipline Amsterdam 14-248dB

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2015:58
Datum uitspraak: 10-03-2015
Datum publicatie: 12-03-2015
Zaaknummer(s): 14-248dB
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Klacht tegen eigen advocaat over gesteld ondeskundig optreden en te hoge declaraties. Verzet ongegrond.

Beslissing van 10 maart 2015

in de zaak 14-248dB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 9 oktober 2014 op de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 17 januari 2014 heeft klaagster zich bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch beklaagd over verweerster.

1.2 Na een verwijzingsbeslissing van het Hof van Discipline van 4 september 2014, door de raad van discipline in het ressort Amsterdam ontvangen op 11 september 2014, heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna "de voorzitter") kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement 's-Hertogenbosch aan de raad van discipline in het ressort 's-Hertogenbosch van 14 augustus 2014 met kenmerk 48/14/021K en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.3 Bij beslissing van 9 oktober 2014 heeft de voorzitter de klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.

1.4 Bij brief van 17 oktober 2014 door de raad ontvangen op 20 oktober 2014, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 13 januari 2015 in aanwezigheid van verweerster. Klaagster is met bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, van het verzetschrift van klaagster van 17 oktober 2014 en van de e-mail van klaagster aan de raad van 12 januari 2015.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klaagster in verzet niet op.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet komen neer op een herhaling van de klacht met een verzoek om herbeoordeling.

4 BEOORDELING

4.1 De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold.

4.2 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Klaagster dient de feiten die zij aan haar klacht ten grondslag legt te bewijzen. Wanneer zij daar niet in slaagt, met als gevolg dat feiten niet komen vast te staan, dient de klacht ongegrond te worden verklaard. Het dossier biedt geen aanknopingspunt voor tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.3 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs.

S. van Andel, E.C. Gelok, N.M.N. Klazinga en S. Wieberdink, leden, bijgestaan door mr. S.H. van den Ende als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 10 maart 2015.

Griffier Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 10 maart 2015 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement

‘s-Hertogenbosch

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.