ECLI:NL:TADRAMS:2015:236 Raad van Discipline Amsterdam 15-106A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2015:236
Datum uitspraak: 12-10-2015
Datum publicatie: 16-10-2015
Zaaknummer(s): 15-106A
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: 15-106A: Verzet. Verzet gedeeltelijk ongegrond. Klacht over het achterhouden van cruciale informatie ongegrond.

Beslissing van 12 oktober 2015

in de zaak 15-106A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 22 mei 2015 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 18 december 2014 heeft klager zich bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam beklaagd over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 22 april 2015 met kenmerk 4015-0022, door de raad ontvangen op 23 april 2015, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 22 mei 2015 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 22 mei 2015 is verzonden aan klager.

1.4 Bij brief van 20 juni 2015, door de raad ontvangen op 21 juni 2015, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 17 augustus 2015 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 20 juni 2015.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en een omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

3 VERZET

3.1 Klager stelt in zijn verzetschrift dat hij pas na 15 augustus 2013 bekend is geworden met de ontbinding van de tussenpersoon in 2008 en dat om die reden de termijn om te klagen over het instellen van een vordering tegen de verkeerde persoon nog niet is verlopen. Zijn klacht had op dit onderdeel ontvankelijk moeten worden verklaard.

3.2 Klager is het er niet mee eens dat zowel de raad van discipline als het Hof van Discipline de afwijzing van zijn klacht mede hebben gebaseerd op de beslissing van de kantonrechter. Dit terwijl de kantonrechter een feitelijke misslag maakte omdat in de akte van 16 november 2011 de schadevordering juist zo specifiek was vermeld. Verweerder heeft hem deze informatie onthouden. Ten onrechte is door de voorzitter beslist dat die klacht valt onder de reeds door de raad en het hof afgedane klachten.

3.3 Klager plaatst weliswaar kanttekeningen – zijn inhoudelijke visie – bij de door de raad vastgestelde feiten maar erkent wel dat het de feiten zijn.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is ten aanzien van klachtonderdeel a) van oordeel dat de plaatsvervangend voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast, en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Dat geldt temeer nu klager in zijn verzetschrift – in het licht van overweging 3.1 van de voorzittersbeslissing – erkent dat hij in 2003 bekend was met het feit dat (naast Dexia) alleen de tussenpersoon coöperatieve vereniging Spafis U.A., en niet de bestuurder van Spafis gedagvaard was. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de plaatsvervangend voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet ontvankelijk bevonden omdat klager over het niet dagvaarden van de bestuurder te laat heeft geklaagd. Dat klager pas in 2013 op de hoogte raakte van de ontbinding van de tussenpersoon leidt dan ook niet tot een ander oordeel. Overigens wijst de raad erop dat er geen feiten en of omstandigheden zijn gebleken die een grond zouden hebben opgeleverd om de bestuurder van Spafis reeds in 2003 persoonlijk aan te spreken.

4.2 Ten aanzien van klachtonderdeel b) overweegt de raad als volgt. De raad is van oordeel dat de klacht over het achterhouden van cruciale informatie over het oordeel van de kantonrechter over de kredietruimte, niet besloten ligt in klachtonderdeel c) waarover de raad in zijn beslissing van 8 juli 2014 oordeelde. Laatstgenoemde klacht had betrekking op het niet instellen van een vordering ter zake van de kredietruimte. Die klacht zag zodoende op een tekortschieten in de dienstverlening. Het voorliggende klachtonderdeel ziet op een gesteld tekort schieten in de communicatie tussen advocaat en cliënt. Van “ne bis in idem” is geen sprake.

4.3 Het voorgaande betekent dat het verzet ten aanzien van klachtonderdeel b) gegrond is. De raad komt daarom toe aan de inhoudelijke beoordeling van het klachtonderdeel.

4.4 Aangezien klager tijdens de behandeling van het verzet heeft verklaard dat telefonisch overleg met verweerder heeft plaatsgevonden naar aanleiding van het vonnis van 15 mei 2013 en het vonnis met hem is besproken mist het verwijt dat verweerder cruciale informatie heeft achtergehouden feitelijke grondslag, zodat dit klachtonderdeel om die reden faalt. Overigens heeft klager ook niet eerder weersproken dat het vonnis met hem is besproken.

4.5 De raad acht klachtonderdeel b) derhalve ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet voor wat betreft klachtonderdeel a) ongegrond en voor wat betreft klachtonderdeel b) gegrond;

- verklaart klachtonderdeel b) ongegrond;

Aldus gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. S. van Andel, E.C. Gelok, A. de Groot en C. Wiggers leden, bijgestaan door mr. S.M. Balkema als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 oktober 2015.

Griffier Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 12 oktober 2015 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

en per gewone post aan:

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

- het College van Toezicht van de Nederlandse orde van advocaten

Op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing, ten aanzien van klachtonderdeel a) geen hoger beroep worden ingesteld.

Van deze beslissing kan, ten aanzien van de klachtonderdeel b), hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Kneuterdijk 1, 2514 EM Den haag.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 080 - 205 3701. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

088 - 205 3777 of griffie@hofvandiscipline.nl. Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl