ECLI:NL:TADRAMS:2014:83 Raad van Discipline Amsterdam 13-313A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2014:83
Datum uitspraak: 10-03-2014
Datum publicatie: 18-03-2014
Zaaknummer(s): 13-313A
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Verzet ongegrond.

Beslissing van 10 maart 2014

in de zaak 13-313A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 15 november 2013 op de klacht van:

De heer

Mevrouw

klagers

tegen:

mr.

advocaat te Amsterdam

 verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 16 oktober 2013, door de raad ontvangen op 18 oktober 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 15 november 2013 heeft de voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op dezelfde dag aan klagers is verzonden.

1.3 Bij brief van 27 november 2013, door de raad ontvangen op 29 november 2013, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 13 januari 2013 in aanwezigheid van klagers en verweerster. Van de behandeling is geen proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennis genomen van:

- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het verzetschrift van klagers

- de brief van klagers van 6 januari 2014 met bijlagen.

2 FEITEN EN KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter de klacht ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard waarbij hij onvoldoende acht heeft geslagen op de door klager overgelegde stukken.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klagers aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard. Voor zover klagers klagen over de handelwijze van verweerster tijdens het kortgeding van 20 september 2013 moet dat als een nieuwe klacht worden beschouwd die zij eerst bij de deken moeten aanmelden voor nader onderzoek. In deze kunnen zaak kan de raad zich daarover niet uitlaten.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet ongegrond

Aldus gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. L.D.H. Hamer, G.J.W. Pulles, A.M. Vogelzang, S. Wieberdink, leden, bijgestaan door mr. M.E. Coenraads als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 10 maart 2014.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 10 maart 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klagers

- de deken

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.