ECLI:NL:TADRAMS:2014:62 Raad van Discipline Amsterdam 13-333NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2014:62
Datum uitspraak: 11-03-2014
Datum publicatie: 13-03-2014
Zaaknummer(s): 13-333NH
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Klacht betreft de eigen advocaat. Verzet heeft geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd. Verzet is ongegrond.

Verzetbeslissing van 11 maart 2014

in de zaak 13-333NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 5 december 2013 op de klacht van:

de heer

klager

tegen:

de heer mr.

advocaat te

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 4 november 2013 met kenmerk td/md/13-349, door de raad ontvangen op 5 november 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 5 december 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 5 december 2013 aan klager en verweerder is verzonden.

1.3 Bij brief van 18 december 2013, door de raad ontvangen op 19 december 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 22 januari 2014 in aanwezigheid van klager en verweerder.

1.5 De raad heeft kennis genomen van:

- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het verzetschrift van klager van 18 december 2013.

2 FEITEN

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat verweerder niet vier jaar heeft gewacht met het indienen van een klacht. Toen klager in 2009 contact had met de deken is de klacht niet serieus genomen.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mr. M. Middeldorp, mr. B. Roodveldt, mr. S. Wieberdink en mr. A.M. Vogelzang, leden, bijgestaan door mr. H.J. Delhaas als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 maart 2014.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 11 maart 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Noord-Holland     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.