ECLI:NL:TADRAMS:2014:128 Raad van Discipline Amsterdam 13-345A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2014:128
Datum uitspraak: 13-05-2014
Datum publicatie: 14-05-2014
Zaaknummer(s): 13-345A
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Klachten waarbij klager geen belang heeft
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen (vermeend) eigen advocaat dat deze i) de zaak in behandeling heeft genomen en enkele weken later weer heeft neergelegd en ii) niet zou wensen te werken volgens het toevoegingstarief. Klacht niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een eigen belang van klager.  

Beslissing van 13 mei 2014

in de zaak 13-345A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mr.

advocaat te Amsterdam

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 14 november 2013 met kenmerk 4013-0968, door de raad ontvangen op 15 november 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 10 maart 2014 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in § 1.1. bedoelde brief van de deken aan de raad, van de bij die brief gevoegde bijlagen met nummers 1 tot en met 6, alsook van de brief met bijlage van verweerder van 3 maart 2014.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 In juli 2013 heeft klager zich tot verweerder gewend met het verzoek om hem bij te staan in een huurgeschil.

2.3 Op 11 juli 2013 heeft verweerder het huurgeschil met klager besproken en tijdens dat gesprek bleek dat geen sprake was van een geschil van klager, maar van een geschil van zijn beide meerderjarige dochters, zijnde de eigenaressen van de woning waarop het geschil betrekking had. Verweerder heeft vervolgens de zaak aangenomen onder de voorwaarde dat hij de beide dochters van klager zou ontmoeten, dan wel dat klager een machtiging namens beide dochters aan hem zou verstrekken.

2.4 Bij e-mailbericht van 14 juli 2013 heeft verweerder onder meer het volgende aan klager geschreven: “Ik heb al uw stukken in goede orde ontvangen, maar ben niet meer in de gelegenheid om de woning nog voor mijn vakantie te bezoeken. Ik ga tijdens mijn vakantie aan de dagvaarding werken en kom er na mijn vakantie (25 juli a.s.) op terug.”

2.5 Bij e-mailbericht van 8 augustus 2013 heeft verweerder onder meer het volgende aan klager geschreven: “Ik heb besloten uw zaak niet aan te nemen en wel om de volgende reden. Ik vond onze ontmoeting al redelijk chaotisch verlopen en ik heb u gemeld dat ik voor twee weken op vakantie zou gaan. Gedurende mijn vakantie ben ik door u bestookt met mails, zonder enige toelichting. Een en ander heeft mij doen besluiten de zaak niet aan te nemen.”

2.6 Bij brief met bijlagen van 12 augustus 2013 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:

a) de door klager aangebrachte zaak in behandeling heeft genomen en deze plotseling enkele weken later heeft neergelegd;

b) niet heeft willen werken voor het tarief van gefinancierde rechtsbijstand, terwijl hij wel bij het juridisch loket is ingeschreven als advocaat die op toevoegingsbasis werkt.

4 VERWEER

4.1 Verweerder brengt naar voren dat klager nooit zijn cliënt is geweest. Van de dochters van klager, die belanghebbende waren bij het huurgeschil, heeft hij nooit iets vernomen. Om die reden heeft hij besloten de zaak niet op zich te nemen.

5 BEOORDELING

5.1 De Advocatenwet heeft niet een klachtrecht in het leven geroepen voor een ieder, doch slechts voor degene die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn of haar belang is of kan worden getroffen. Voor zover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure vereist is, wordt het klachtrecht uitgeoefend door de deken. Klager heeft verweerder benaderd in een huurgeschil van zijn meerderjarige dochters. Er is geen cliëntrelatie ontstaan tussen klager en verweerder. Om die reden heeft klager geen eigen belang bij de klacht. Het klachtrecht is voorbehouden aan de dochters van klager, die belanghebbende zijn. Niet is gebleken dat klager de klacht namens zijn dochters heeft ingediend. Klager dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht.

5.2 De raad ziet aanleiding ten overvloede het volgende te overwegen.

5.3 Gelet op het e-mailbericht van 14 juli 2013 waarin verweerder aan klager schrijft dat hij tijdens zijn vakantie aan een conceptdagvaarding zal werken, moet het ervoor worden gehouden dat verweerder de zaak van de dochters van klager had aangenomen. Met zijn e-mailbericht van 8 augustus 2013 heeft verweerder de behandeling van de zaak neergelegd.

5.4 Het staat een advocaat in beginsel vrij staat zijn werkzaamheden te beëindigen. Onder omstandigheden kan hij daartoe zelfs zijn gehouden. Wel dient de advocaat zodanig tijdig zijn beslissing kenbaar te maken en de cliënt te wijzen op de te nemen stappen, dat de cliënt daarvan geen procedurele schade ondervindt. Verweerder heeft aangegeven dat het spoedeisende karakter van de zaak de aanleiding was om aan klager mee te delen dat hij tijdens zijn vakantie alvast een conceptdagvaarding zou opstellen. Door twee weken na terugkomst van vakantie de zaak neer te leggen, heeft verweerder zich geen rekenschap gegeven van de met zijn eerdere e-mailbericht gewekte verwachtingen en evenmin van het spoedeisend belang van de dochters van klager. Evenmin heeft verweerder inzichtelijk weten te maken waarom de tijdens zijn vakantie van klager ontvangen e-mails aanleiding gaven voor beëindiging van zijn werkzaamheden. In zoverre had verweerder zijn werkzaamheden voor de dochters van klager op een zorgvuldiger wijze dienen te beëindigen.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart klager niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs H.B. de Regt, M.W. Schüller, J.J. Trap en S. Wieberdink, leden, bijgestaan door mr. S.H. van den Ende als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 13 mei 2014.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 13 mei 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl