ECLI:NL:TADRAMS:2014:123 Raad van Discipline Amsterdam 13-296A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2014:123
Datum uitspraak: 13-05-2014
Datum publicatie: 14-05-2014
Zaaknummer(s): 13-296A
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht over eigen advocaat. Hulppersoon van advocaat maakt beweerdelijk prijsafspraken. Niet komen vast te staan. Klacht ongegrond.

Beslissing van 13 mei 2014

in de zaak 13-296A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

gemachtigde:

mr. dr.

advocaat te Amsterdam

klager

tegen:

mr.

advocaat te Amsterdam

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 24 september 2013 met kenmerk 4013-0528, door de raad ontvangen op 26 september 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 12 maart 2014 in aanwezigheid van partijen. Klager is ter zitting bijgestaan door zijn gemachtigde. Van de behandeling is proces-verbaal opge¬maakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de in nr. 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad;

- de stukken 1 t/m 19 van de bij de brief gevoegde inventarislijst;

- twee aanvullende stukken die verweerder bij brief van 28 februari 2014 heeft overgelegd.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Klager is afkomstig uit Pakistan. Hij is in 1998 in Nederland aangekomen. Verweerder heeft klager vanaf 2008 bijstand verleend in verschillende juridische procedures, in verband met zijn wens om een verblijfsvergunning te verkrijgen. Verweerder heeft het verzoek tot het verstrekken van een verblijfsvergunning en de daarop volgende beroepen en bezwaren behandeld. Hij heeft klager op basis van toevoeging bijgestaan. Klager heeft – ten tijde van de mondelinge behandeling in deze procedure – geen verblijfsvergunning.

2.3 Verweerder heeft de heer B. gevraagd om 'sociaal werk' te verrichten ten behoeve van klager. Het betreft daarbij onder meer het begeleiden van klager naar artsen, vervoer en vertaalwerkzaamheden. Verweerder schakelt B. vaker voor dergelijke werkzaamheden in en betaalt hem daar een kleine vergoeding voor. B. is geen advocaat. B. is niet in dienst van verweerder.

2.4 Klager heeft aangifte gedaan tegen B. wegens oplichting. De grond hiervoor is dat B. zich zou hebben voorgedaan als advocaat en klager zou hebben bewogen om EUR 2.700,- aan B. te betalen, teneinde een verblijfsvergunning te verkrijgen. Voor zover de raad bekend is geworden, heeft de aangifte niet tot vervolging geleid.

2.5 Klager heeft zich bij brief van 13 februari 2013 bij de deken beklaagd over B. De deken heeft klager bericht dat B. geen advocaat is. Hierop heeft klager de deken bij brief van 14 maart 2013 bericht dat B. onder de verantwoordelijkheid van verweerder werkt, en dat de klacht tegen verweerder is gericht.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a) verweerder, althans B., die werkt onder de verantwoordelijkheid van verweerder, tekort is geschoten in de behandeling van de zaak;

b) een prijsafspraak met klager niet is nagekomen.

4 BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

4.1 Klager heeft aangevoerd dat B. zich heeft uitgegeven als advocaat, en dat verweerder dit zou hebben bevestigd. B. zou zich niet hebben gehouden aan de met klager gemaakte afspraken en alle met klager gemaakte afspraken afgezegd hebben. Klager zou nimmer kopieën van correspondentie aan derden hebben ontvangen. Klager zou verzocht hebben om teruggave van zijn dossier, maar dat pas na lange tijd hebben gekregen. B. zou klager niet hebben begeleid naar artsen of hem anderszins hebben geholpen. Voorts zou B. aan klager hebben toegezegd dat, indien hij EUR 1.400,- aan hem zou betalen, klager binnen zes maanden een verblijfsvergunning zou krijgen.

4.2 Ter zitting is gebleken dat klager zich materieel beklaagt over het handelen van B. Hij stelt dat verweerder voor het handelen van B. verantwoordelijk is. De raad laat in het midden of het handelen van B. (steeds) aan verweerder kan worden toegerekend. De raad komt niet aan deze vraag toe, nu verweerder gemotiveerd en specifiek de feitelijke stellingen van klager weergegeven in nr. 4.1 ten aanzien van het handelen van B. en verweerder heeft weersproken, terwijl uit het dossier niet kan worden opgemaakt dat deze stellingen van klager juist zijn. Zo heeft verweerder onder meer betwist dat hij zou hebben verklaard dat B. advocaat is, en heeft hij verklaringen van klager overgelegd, waarin klager tekent voor ontvangst van het dossier. Aldus is niet komen vast te staan dat B. en verweerder gehandeld hebben, zoals klager stelt.

4.3 Het klachtonderdeel is ongegrond.

Ad klachtonderdeel b)

4.4 Ter onderbouwing van dit klachtonderdeel, stelt klager dat B. met hem de afspraak zou hebben gemaakt dat klager – kort gezegd – voor EUR 1.400,- een verblijfsvergunning zou krijgen binnen zes maanden. Klager zou uiteindelijk EUR 2.700,- hebben betaald. Verweerder heeft gesteld dat hij niet weet of B. deze afspraak heeft gemaakt, of dat de EUR 2.700,- aan B is betaald. Verweerder heeft het aan B. gevraagd en hij ontkent het. Voorts heeft verweerder gesteld dat hij zelf geen prijsafspraak met klager heeft gemaakt, en dat dit ook niet kan nu hij klager op basis van toevoeging heeft bijgestaan. Klager heeft deze stellingen niet weersproken en ook aangegeven dat hij geen probleem met verweerder heeft, maar alleen met B. Nu het dossier ook op dit punt geen aanknopingspunt biedt voor de juistheid van de feitelijke stellingen van klager, is het klachtonderdeel ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mrs. J.M. van de Laar,

R. Lonterman, G. Kaaij en A.M. Vogelzang, leden, bijgestaan door mr. R.L.M.M. Tan als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 13 mei 2014.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 13 mei 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl