ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4209 Raad van Discipline Amsterdam 12-209A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4209
Datum uitspraak: 24-04-2013
Datum publicatie: 25-04-2013
Zaaknummer(s): 12-209A
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht over eigen advocaat. Klachten met betrekking tot niet belangen klager behartigen en/of geen werkzaamheden voor klager verrichten, onvoldoende communicatie met klager en ten onrechte facturen sturen aan klager niet komen vast te staan. Klacht ongegrond.

Beslissing van 24 april 2013

in de zaak 12-209A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mr.

advocaat te

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 10 juli met kenmerk GK/JTH 1112-502, door de raad ontvangen op 12 juli 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 27 februari 2013 in aanwezigheid van verweerder. Klager was met bericht van verhindering afwezig. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de in nr. 1.1. bedoelde brief van de deken aan de raad;

- de stukken 1 tot en met 14 van de bij de brief gevoegde inventarislijst.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 Klager was verwikkeld in een geschil met zijn zorgverzekeraar, DSW, over (beweerdelijk) niet betaalde zorgpremies. Klager is bij vonnis van 16 april 2008 veroordeeld om EUR 2.243,66 vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten aan DSW te betalen uit hoofde van achterstallige zorgpremies over de maanden mei tot en met september 2007. Klager is vervolgens bij vonnis van 11 februari 2009 veroordeeld om over de periode oktober 2007 tot en met januari 2008 achterstallige zorgpremies te betalen van EUR 488,05 vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

2.2 Nadat deze vonnissen gewezen zijn, heeft klager zich in 2009 tot verweerder gewend, en hem verzocht hoger beroep tegen het laatste vonnis in te stellen, om reden dat verweerder de achterstallige zorgpremies zou hebben betaald. Verweerder heeft klager op 1 mei 2009 schriftelijk bevestigd dat hoger beroep niet mogelijk was, omdat gelet op de hoogte van de vordering, de appelgrens van EUR 1750,- niet was bereikt.

2.3 Verweerder heeft een toevoeging aangevraagd voor klager in verband met zijn geschil met de zorgverzekeraar. Verweerder heeft klager ook in andere geschillen bijgestaan.

2.4 Bij brief met bijlagen van 8 februari 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a) verweerder op geen enkele wijze de belangen van klager zou hebben behartigd en/of geen werkzaamheden voor klager zou hebben verricht;

b) verweerder moeilijk bereikbaar zou zijn;

c) verweerder klager ten onrechte facturen zou hebben gezonden.

4 BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

4.1 Ter toelichting op het klachtonderdeel, stelt klager dat hij verweerder terzake van het conflict dat hij met zijn zorgverzekeraar had de benodigde stukken heeft aangeleverd, maar dat verweerder daar niets mee heeft gedaan. Voorts zou het bedoelde conflict al jaren voortslepen zonder dat verweerder duidelijke stappen zou hebben ondernomen of resultaten geboekt.

4.2 Verweerder heeft zich tegen het klachtonderdeel verweerd door gemotiveerd te betwisten dat hij geen werkzaamheden voor klager heeft verricht. Daartoe heeft hij gesteld (en met bewijsstukken waaronder correspondentie met klager) onderbouwd dat hij drie kwesties voor klager heeft behandeld in verband met zijn geschil met de zorgverzekeraar: (i) advies over hoger beroep met betrekking tot het vonnis van 11 februari 2009; (ii) dreigend loonbeslag; (iii) verweer tegen vorderingen van de deurwaarder door het treffen van een betalingsregeling.

4.3 Gelet op het voorgaande, is niet komen vast te staan dat verweerder de belangen van klager niet of niet zorgvuldig heeft behartigd en/of geen of ondeugdelijke werkzaamheden voor klager heeft verricht.

4.4 Het klachtonderdeel is ongegrond.

Ad klachtonderdeel b)

4.5 Klager heeft zijn stelling dat verweerder moeilijk bereikbaar was niet onderbouwd. Verweerder heeft deze stelling gemotiveerd betwist. Uit de door verweerder overgelegde stukken blijkt dat verweerder met klager heeft gecorrespondeerd. In deze stukken wordt ook veelvuldig het verzoek aan klager gedaan om (telefonisch) contact met verweerder op te nemen. Aldus is niet komen vast te staan dat verweerder moeilijk bereikbaar was.

4.6 Het klachtonderdeel is ongegrond.

Ad klachtonderdeel c)

4.7 Als toelichting op het klachtonderdeel, heeft klager gesteld dat verweerder eigen bijdragen in rekening heeft gebracht aan klager van in totaal EUR 1400,-, en dat hij EUR 950,- aan eigen bijdragen teveel heeft betaald. Hij heeft deze stelling niet (met bewijsstukken) onderbouwd. Verweerder heeft gemotiveerd betwist dat hij dit bedrag in rekening heeft gebracht en gespecificeerd welke (lagere) bedragen aan eigen bijdrage wel in rekening zijn gebracht en voor welke zaken. Tegenover deze gemotiveerde betwisting is niet komen vast te staan dat verweerder ten onrechte bedragen in rekening heeft gebracht.

4.8 Het klachtonderdeel is ongegrond.

 BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart de klacht in al zijn onderdelen ongegrond

Aldus gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. G. Kaaij, H.C.M.J. Karskens, J.J. Trap, M.J. Westhoff, leden, bijgestaan door mr. R.L.M.M. Tan als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 24 april 2013.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 24 april 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl