ECLI:NL:TADRAMS:2013:27 Raad van Discipline Amsterdam 13-002NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2013:27
Datum uitspraak: 15-07-2013
Datum publicatie: 15-07-2013
Zaaknummer(s): 13-002NH
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen eigen advocaat. Schenden financiële afspraak. Klager overleden na indienen klacht. Erven hebben medegedeeld dat behandeling doorgang dient te hebben. Overlijden van een klager brengt niet mee dat de klacht per de overlijdensdatum van rechtswege als vervallen of ingetrokken moet worden beschouwd (Hof van Discipline d.d. 3 mei 2002, nr. 3360). Evenmin daardoor niet-ontvankelijk. Advocaat heeft conform de met wijlen klager gemaakte afspraken gehandeld. Minnelijke toezegging om het meerdere boven het voorschot te crediteren gestand gedaan. Klacht ongegrond.

Beslissing van 15 juli 2013

in de zaak 13-002NH

naar aanleiding van de klacht van:

  Wijlen de heer

  klager

 tegen:

 De heer mr.

 Advocaat te VOLENDAM

 Verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 8 januari 2013 met kenmerk td/md/577, door de raad ontvangen op 10 januari 2013, heeft de deken van de Orde van Advo-caten in het arrondissement Noord-Holland (voorheen arrondissementen Alkmaar en Haarlem) de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 13 mei 2013 in aanwezig-heid van verweerder. Er is bericht ontvangen dat klager begin april 2013 is  overleden. De erven van klager hebben te kennen gegeven op de mondelin-ge behandeling niet aanwezig te zullen zijn. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de genoemde brief van de deken aan de raad;

- de stukken 1 tot en met 20 genoemd in de bij die brief gevoegde in-ventarislijst.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.2 Klager heeft verweerder begin maart 2012 gevraagd hem bij te staan in een geschil met een aantal schuldeisers. In dit kader heeft tussen partijen op 26 maart 2012 een bespreking plaatsgevonden op het kantoor van verweerder. In dat gesprek heeft verweerder klager geadviseerd de crediteuren een on-derhands akkoord aan te bieden van 15% van hun respectieve vorderingen op klager en niet te kiezen voor WNSP of faillissement. In het gesprek is af-gesproken dat verweerder aan klager een voorschotnota zou toezenden voor drie uur ad EUR 155,= exclusief BTW per uur, totaal EUR 553,35 inclusief BTW.

2.3 De (voorschot)factuur van verweerder is op 27 maart 2012 aan klager toege-zonden.

2.4 Bij e-mail van 28 maart 2012 heeft verweerder onder andere aan klager be-richt:

“De factuur die ik je heb verzonden is een voorschot voor drie uur-werk a € 155 exclusief BTW, een en ander zoals besproken.”

2.5 Bij e-mail van dezelfde datum heeft klager aan verweerder bericht:

“Dat vermoedde ik al. Ik ga het overmaken.”

2.6 Bij e-mail van 8 mei 2012 heeft verweerder aan klager een concept voor de brief aan de crediteuren voorgelegd. Bij e-mail van 9 mei heeft klager ver-weerder onder meer als volgt bericht:

“Ik vind uw conceptbrief in orde. Maar is het misschien niet een idee om erbij te vermelden dat als zij dit niet accepteren ik de wsnp in zal gaan en zij 1,7% (volgens berekening wsnp) zouden krijgen. Omdat mijn financiële situatie niet zal verbeteren wegens medische afkeu-ring.”

2.7 Ten minste één van de crediteuren heeft negatief op het voorstel van klager gereageerd. Verweerder heeft klager over de reacties onder andere op 21 mei 2012 geïnformeerd en gevraagd hem daarover te bellen. Bij dezelfde e-mail van 21 mei 2012 heeft verweerder aan klager een declaratie toegezon-den van EUR 558,=, verminderd met het voorschot van EUR 465,=, zodat EUR 93,= exclusief BTW  (EUR 110,67 inclusief BTW) te betalen overbleef.

2.8 Bij email van 29 mei 2012 heeft klager verweerder onder meer als volgt be-richt:

“Aangezien er al meerdere schuldeisers uw voorstel geweigerd heb-ben zie ik mij genoodzaakt een schuldsanering via de gemeente Purmerend aan te vragen. Ik vraag u dan ook uw werkzaamheden voor mij te beëindigen.”

3 KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk ver-wijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij in strijd met de gemaakte afspraken heeft gefactureerd.

4 VERWEER

4.1 Verweerder voert tegen de klachten verweer. Op de inhoud daarvan zal hier-na, voor zover van belang, worden ingegaan.

5 BEOORDELING

5.1 Klager is na het indienen van zijn klacht overleden. Zijn erven hebben de raad laten weten dat de mondelinge behandeling van de klacht doorgang kan vinden, maar dat zij daarbij niet aanwezig zullen zijn. De raad stelt in dit ver-band voorop (i) dat het overlijden van een klager nadat de klacht ter kennis van de raad is gebracht niet meebrengt dat de klacht per de overlijdensdatum van rechtswege als vervallen of ingetrokken moet worden beschouwd (HvD 3 mei 2002, nr. 3360), zodat in de onderhavige zaak het overlijden van klager niet leidt tot het vervallen van de klacht en (ii) dat het overlijden van klager evenmin in de weg staat aan de ontvankelijkheid van de klacht.

5.2 De klacht komt er in de kern op neer dat verweerder zich niet heeft gehouden aan de gemaakte afspraak over de kosten van zijn bijstand aan klager. De raad oordeelt hierover als volgt.

5.3 Niet is komen vast te staan dat verweerder met klager een vaste totaalprijs is overeengekomen. Zo’n afspraak staat naar het oordeel van de raad ook haaks op de bij de feiten onder 2.4 en 2.5 genoemde correspondentie. Door klager eerst een voorschotnota toe te zenden van EUR 465,= exclusief BTW en daarna een eindafrekening, heeft verweerder naar het oordeel van de raad conform de gemaakte afspraken gehandeld. Verweerder kan terzake derhalve geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Daarbij komt dat ver-weerder zijn minnelijke toezegging om het meerdere boven het voorschot van EUR 465,= exclusief BTW te crediteren gestand heeft gedaan. De klacht is derhalve ongegrond. Dit leidt tot de volgende beslissing.

 BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. A. de Groot, B. Roodveldt, J.J. Trap, A.M. Vogelzang, leden, bijgestaan door mr. R.N.E. Visser als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 15 juli 2013.

griffier   voorzitter       

Deze beslissing is in afschrift op 15 juli 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- (de erven van) klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- (de erven van) klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Ver-lenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Dis-cipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl