ECLI:NL:TADRAMS:2013:173 Raad van Discipline Amsterdam 13-171 Overijssel

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2013:173
Datum uitspraak: 18-11-2013
Datum publicatie: 19-11-2013
Zaaknummer(s): 13-171 Overijssel
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: 'Verzet. Klacht tegen eigen advocaat over de kwaliteit van de behartiging van de belangen van klager. Verzet is ongegrond.'

Beslissing van 18 november 2013

in de zaak 13-171 Overijssel

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 18 juli 2013 op de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mr.

advocaat te    

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 25 juni 2013 met kenmerk 6841, door de raad ontvangen op 27 juni 2013, heeft het Hof van Discipline de klacht ter kennis van de raad gebracht, nadat het bij beslissing van 25 juni 2013 de klacht voor behandeling naar de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam had verwezen.

1.2 Bij beslissing van 18 juli 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 18 juli 2013 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 20 juli 2013 door de raad ontvangen op 23 juli 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 24 september 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 20 juli 2013.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2 Verweerder heeft de brief van 5 juli 1995 niet gelezen voordat deze aan de rechtbank werd overgelegd. Als hij dat wel had gedaan, had hij gezien dat de brief was gericht aan het Pensioenfonds en niet aan de juridisch adviseur waarop de procedure betrekking had.

3.3 Verweerder heeft telkens de proceskansen hoog ingeschat, te weten 60 tot 90% kans van slagen. De proceskosten heeft verweerder te laag ingeschat. Deze zouden beperkt blijven tot € 5.000,- á € 10.000,-, maar bedroegen uiteindelijk € 53.000,-.

3.4 Verweerder heeft ten onrechte het verslag van de ontslagprocedure bij de kantonrechter niet opgevraagd, ondanks klagers verzoek daartoe.

3.5 In de beslissing van de voorzitter wordt gesproken van beleidsvrijheid van de advocaat. Daarbij heeft de voorzitter niet genoemd dat de klant van de advocaat voor deze beleidsvrijheid heeft moeten betalen.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. H.C.M.J. Karskens, J.M. van de Laar, P. van Lingen en H.B. de Regt, leden, bijgestaan door mr.       A.C. Beijering-Beck als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18 november 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 18 november 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Overijssel.     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.