ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3264 Raad van Discipline Amsterdam 12-107A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3264
Datum uitspraak: 18-09-2012
Datum publicatie: 19-09-2012
Zaaknummer(s): 12-107A
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Klacht tegen advocaat van de wederpartij. De wettelijke termijn van veertien dagen voor het indienen van een verzetschrift is overschreden. Verzet niet-ontvankelijk.

Verzetbeslissing van 18 september 2012

in de zaak 12-107A     

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline van 11 mei 2012 op de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mevrouw mr.

advocaat te Amsterdam

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 19 april 2012 met kenmerk GK/KdB/pdj; 1112-197, door de raad ontvangen op 20 april 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 11 mei 2012 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 11 mei 2012 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 20 mei 2012, door de raad ontvangen op 22 juni 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 9 juli 2012 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennis genomen van:

- de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het op 22 juni 2012 door de raad ontvangen verzetschrift van klager. 

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 Klager, bij wie in 2008 na vrijwillig onderzoek de diagnose syndroom van Asperger is gesteld, biedt zich vanaf 2010 op het internet aan als zaaddonor.

2.2 Klager heeft een kort geding aanhangig gemaakt om uitzending te voorkomen van een televisieprogramma, gewijd aan misleiding bij spermadonaties via internet, waarbij beelden zouden worden getoond van een met een verborgen camera opgenomen gesprek met klager en van een daaropvolgende confrontatie met één van de gedaagden. Daarnaast werd gevorderd dat alle band- en beeldopnamen van of over klager of diens familie zouden worden afgegeven zonder behoud van kopieën. De drie gedaagden (de exploitant van de televisiezender, het productiebedrijf en zijn directeur) werden bijgestaan door verweerster.

2.3 Verweerster heeft gepleit tijdens de zitting van 12 oktober 2011. Na voortgezette behandeling op 13 oktober 2011 heeft de voorzieningenrechter bij vonnis van 18 oktober 2011 de gevraagde voorzieningen geweigerd.

2.4 De (plaatsvervangend) voorzitter heeft de klacht bij beslissing van 11 mei 2012 kennelijk ongegrond verklaard. Zoals onderaan de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter is opgenomen kan binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet worden gedaan bij de raad van discipline.

2.5 Bij brief van 20 mei 2012, door de raad ontvangen op 22 juni 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter. Deze brief is derhalve na verstrijken van de hiervoor genoemde verzettermijn van veertien dagen door de raad ontvangen.

2.6 Tijdens de mondelinge behandeling van het verzet op 9 juli 2012 heeft klager de raad laten weten dat hij was overvallen door de korte termijn voor het indienen van het verzetschrift. Voorts heeft klager ter zitting meegedeeld dat hij het verzetschrift niet op 20 mei 2012, maar op een later moment, heeft verstuurd.

3 KLACHT EN VERZET

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld doordat zij:

a. zich in haar pleitnotities jegens klager discriminerend en ongepast heeft uitgelaten over klager;

b. feiten heeft gesteld waarvan zij redelijkerwijs moest weten dat die onjuist zijn;

c. bij de behartiging van de belangen van haar cliënten de belangen van klager onnodig heeft geschaad zonder dat daarmee een redelijk doel was gediend;

d. waar zij stelt dat zij op de hoogte was van wetenschappelijk bewijs over de erfelijkheid van het syndroom van Asperger, heeft gehandeld in strijd met haar advocateneed.

Ter toelichting op zijn klachten verwijst klager naar een eind oktober 2011 in het tijdschrift Nature Reviews Neuroscience gepubliceerd artikel. Daaruit zou blijken dat het syndroom van Asperger niet erfelijk is.

3.2 De gronden van het verzet houden zakelijk weergegeven in dat de (plaatsvervangend) voorzitter de klachten niet heeft begrepen en de vier klachten tot één klacht heeft samengevat. Klager is van mening dat dit geen serieuze beslissing betreft.

4 BEOORDELING

4.1 Ingevolge artikel 46h lid 1 Advocatenwet dient binnen veertien dagen na de verzending van het afschrift van de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter schriftelijk verzet te worden gedaan bij de raad. Dit voorschrift brengt mee dat het verzetschrift binnen die termijn bij de raad moet zijn ontvangen. Het verzetschrift, dat op 22 juni 2012 door de raad is ontvangen, is mitsdien te laat ingediend.

4.2 De raad heeft te onderzoeken of sprake is van een verschoonbare overschrijding van de verzettermijn. De raad is van oordeel dat dit niet het geval is. Klager heeft tijdens de mondelinge behandeling ook laten weten dat hij geen zwaarwegende argumenten heeft voor het te laat indienen van het verzetschrift. Door klager zijn voorts geen onregelmatigheden bij de ontvangst van de bestreden beslissing naar voren gebracht zodat moet worden aangenomen dat klager de bestreden beslissing kort na verzending heeft ontvangen.

4.3 Het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.

 BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van 11 mei 2012 niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mr. G. Kaaij, mr. J.M. van de Laar, mr. B. Roodveldt en mr. J.H.P. Smeets, leden, bijgestaan door mr. H.J. Delhaas als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18 september 2012.

voorzitter           griffier

Deze beslissing is in afschrift op 18 september 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.