ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2786 Raad van Discipline Amsterdam 12-144A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2786
Datum uitspraak: 08-06-2012
Datum publicatie: 08-06-2012
Zaaknummer(s): 12-144A
Onderwerp:
  • Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Klachten waarop al eerder is beslist
  • Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.

Beslissing van 8 juni 2012

in de zaak 12-144A    

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mr.

advocaat te Amsterdam   

verweerster

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam van 10 mei 2012 met kenmerk GK/JTH, door de raad ontvangen op 11 mei 2012 en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

Verweerster is tegen klager opgetreden in een procedure strekkende tot een contactverbod met de cliënte van verweerster, mevrouw X. Op 19 juli 1993 is dit verbod in kort geding toegewezen op straffe van een dwangsom. In verband met de verbeurde dwangsommen heeft verweerster namens mevrouw X in 1994 beslag laten leggen op de woning van klager. Deze woning is vervolgens in opdracht van de hypotheekhouder geveild. Klager heeft op grond van deze gebeurtenissen reeds vele malen een klacht tegen verweerster ingediend. Geen van deze klachten is gegrond verklaard. Mevrouw X is enkele jaren geleden overleden.

KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld doordat zij in de jaren 1994 tot en met 1996 evident onrechtmatig namens mevrouw X heeft gehandeld. In verband met het overlijden van laatstgenoemde is geen civielrechtelijk verhaal meer mogelijk op mevrouw X. Verweerster is nadien niet bereid gebleken enige schade in dit verband aan klager te vergoeden.

BEOORDELING

 De voorzitter is van oordeel dat klager kennelijk niet-ontvankelijk is in bedoelde klachtonderdelen en overweegt daartoe het volgende. De klachten hebben betrekking op het handelen van verweerster in de periode 1994-1996. 

Tegenover het maatschappelijk belang dat het optreden van een advocaat door  de tuchtrechter kan worden getoetst, staat het belang van de advocaat dat hij er ter wille van de rechtszekerheid van uit moet kunnen gaan dat zijn optreden na verloop van een redelijke termijn niet meer tuchtrechtelijk ter discussie kan worden gesteld. De voorzitter acht de termijn waarbinnen de klacht is ingediend onredelijk lang, hetgeen leidt tot kennelijke niet-ontvankelijkheid. Ten overvloede overweegt de voorzitter dat de klachtonderdelen ook kennelijk ongegrond zijn, nu de raad reeds eerder klachten van klager op dezelfde grondslag ongegrond heeft verklaard, zodat verweerster ook niet kan worden verweten dat zij de door klager gestelde schade nog immer niet vergoedt.

BESLISSING

De voorzitter verklaart klager kennelijk niet-ontvankelijk in de klacht.

Aldus gewezen door mr. J. Blokland, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. L.H. Rammeloo als griffier op 8 juni 2012.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 8 juni 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, Postbus 75265, 1070 AG Amsterdam (fax: 020-6789275) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.