ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2582 Raad van Discipline Amsterdam 11-240H

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2582
Datum uitspraak: 04-04-2012
Datum publicatie: 10-04-2012
Zaaknummer(s): 11-240H
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Geheimhoudingsplicht
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Klacht gegrond, zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Klacht tegen eigen advocaat in echtscheidingszaak. Declaratie verstuurd naar adres ex-echtgenoot. Klacht gegrond, geen maatregel opgelegd in verband met niet zeer vertrouwelijk aard verkeerd toegezonden stuk. Zeker in familierechtzaken moet advocaat administratie en kantoororganisatie zodanig op orde hebben dat mededelingen voor cliënten aan het juiste adres worden toegestuurd.

Beslissing van 4 april 2012

in de zaak 11-240H

naar aanleiding van de klacht van:

mevrouw

klaagster

tegen:

mr.

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 20 juli 2011 met kenmerk td/md/307, door de raad ontvangen op 21 juli 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Haarlem de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 6 februari 2012 in aanwezigheid van klaagster en verweerder en hun beider raadslieden. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de in paragraaf 1.1 bedoelde brief aan de raad

- de stukken genummerd 1 – 16 met bijlagen zoals vermeld in de bij de brief van

 20 juli 2011 genoemde inventarislijst.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 In februari 2010 heeft klaagster zich tot het kantoor, waar verweerder werkzaam is, gewend, met het verzoek haar bij te staan bij haar echtscheiding van de heer X.

2.2 Bij e-mail van 25 februari 2010 heeft een kantoorgenoot van verweerder, mr. K., klaagster naar aanleiding van een op 24 februari 2010 gevoerde bespreking bericht dat het kantoor geen werkzaamheden in echtscheidingszaken op basis van gefinancierde rechtsbijstand verricht. Mr. K. bevestigt in deze e-mail dat de werkzaamheden ten behoeve van de echtscheiding van klaagster zullen worden verricht door haar tegen een uurtarief van EUR 254,- en door verweerder tegen een uurtarief van EUR 149,-, te vermeerderen met kantoorkosten en BTW.

2.3 Bij brief van 21 september 2010 heeft de hypotheekadviseur van de heer X hem naar aanleiding van het verzoek klaagster te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid bericht dat de geldverstrekker/hypotheeknemer niet aan het verzoek kan voldoen vanwege het onregelmatige betalingsverloop.  Als in de negen maanden na verzending van de brief de betalingsverplichtingen correct worden nagekomen, kan het verzoek tot ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid opnieuw worden ingediend, aldus de hypotheekadviseur. De advocaat van de heer X heeft kopie van deze brief aan verweerder gestuurd.

2.4 Verweerder heeft klaagster in een e-mail van 8 oktober 2010 bevestigd dat het door haar ondertekende echtscheidingsconvenant aan de advocaat van de heer X was gestuurd. Verweerder heeft de vervolgstappen om de echtscheiding te effectueren toegelicht. Tenslotte heeft verweerder in de e-mail geschreven:

“Wij spraken af dat na inschrijving van de echtscheiding een brief zal uitgaan naar [de heer X] met het dringende verzoek alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat u zo snel mogelijk wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening aan [hypotheeknemer].”

2.5 In een e-mail van 2 december 2010 heeft verweerder aan klaagster bevestigd dat hij op haar verzoek voorlopig geen actie zal ondernemen ter zake haar ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening.

2.6 Begin april 2011 heeft verweerder de einddeclaratie voor zijn werkzaamheden voor klaagster door de boekhouder van zijn kantoor laten opstellen en versturen. Deze einddeclaratie, voorzien van een specificatie, was geadresseerd aan klaagster op het adres van de heer X. De heer X heeft kennis genomen van de declaratie en de daarbij behorende specificatie en deze daarna aan klaagster overhandigd.

2.7 Nadat klaagster verweerder per e-mail van 3 april 2011 op de hoogte had gesteld van de onjuiste adressering van de einddeclaratie, heeft verweerder daarvoor op 4 april 2011 zijn ede heer excuses aangeboden. Ook de kantoorgenoot van verweerder, mr. K., heeft haar ede heer excuses voor de fout aan klaagster aangeboden.

2.8 Bij brief van 11 april 2011 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij de einddeclaratie voor zijn werkzaamheden in het kader van de echtscheiding van klaagster niet naar het adres van klaagster heeft gestuurd maar naar het adres van haar ex-echtgenoot.

4 BEOORDELING

4.1 De raad stelt voorop dat een advocaat zeer zorgvuldig moet zijn in zijn communicatie met zijn cliënt. Zijn kantoororganisatie en administratie moeten zodanig zijn ingericht dat mededelingen bestemd voor cliënten alleen deze cliënten – en niet hun wederpartijen of derden – bereiken. In zaken betreffende het personen- en familierecht klemt het voorgaande te meer, gelet op de daarbij (doorgaans) betrokken emotionele belangen. Dit laat onverlet dat de ontvanger een niet voor hem bestemd poststuk niet behoort te openen en het stuk dient terug te sturen of af te geven aan de verzender dan wel de werkelijk geadresseerde van het stuk.

4.2 Het spreekt voor zich dat uit de onjuiste adressering van poststukken nare gevolgen voor de werkelijk geadresseerde kunnen voortvloeien. Of klaagster in een ongunstiger positie is komen te verkeren door verzending van de declaratie aan het adres van de heer X, kan de raad niet beoordelen.

4.3 Nu de administratie en/of de kantoororganisatie van verweerder, die werkzaam is op het gebied van het personen- en familierecht, kennelijk niet zo is ingericht dat onjuiste adressering van poststukken afkomstig van het kantoor wordt voorkomen, is de klacht gegrond. Verweerder had deze administratieve fout niet mogen laten maken.

5 GEEN MAATREGEL

5.1  Hoewel verweerder niet de vereiste zorgvuldigheid jegens zijn cliënte, klaagster, in acht heeft genomen, ziet de raad, gelet op het relatief geringe belang van deze omissie en gezien de niet zeer vertrouwelijke aard van de informatie in het onjuist geadresseerde stuk, reden geen maatregel op te leggen. Daar komt bij dat de heer X het niet voor hem bestemde poststuk niet had mogen openen.

 BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht gegrond;

- legt aan verweerder geen maatregel op.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. P.W.M. Huisman, G. Kaaij, A.M. Vogelzang en M. Ynzonides, leden, bijgestaan door mr. L.C. Dufour als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 april 2012.

voorzitter           griffier

Deze beslissing is in afschrift op 4 april 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld bij het hof van discipline door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl