ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2544 Raad van Discipline Amsterdam 11-148A
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2544 |
---|---|
Datum uitspraak: | 20-03-2012 |
Datum publicatie: | 20-03-2012 |
Zaaknummer(s): | 11-148A |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Waarschuwing |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen de advocaat van de wederpartij die bij de rechtbank een eenstemmig verzoek om uitstel indiende, terwijl dat verzoek niet eenstemmig was. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing. |
Beslissing van 20 maart 2012
in de zaak 11-148A
naar aanleiding van de klacht van:
klaagster
tegen:
mr.
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 12 mei 2011 met kenmerk GJK/PK/ev; 1011-400, door de raad ontvangen op 13 mei 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 11 januari 2012 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- De hiervoor genoemde brief aan de raad van 12 mei 2011 met de stukken 1 t/m 14 zoals die zijn genoemd op de bij die brief gevoegde inventarislijst.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 Tussen klaagster en de cliënt van verweerder is een procedure aanhangig bij de rechtbank Zwolle-Lelystad. Na een eerste uitstel stond de zaak op de rol van 12 januari 2011 voor het nemen van een conclusie van antwoord aan de zijde van de cliënte van verweerder.
2.2 Op 10 januari 2011 heeft de secretaresse van verweerder aan de advocaat van klaagster een e-mail gestuurd met de mededeling dat diezelfde dag een uitstelverzoek zou worden ingediend bij de rechtbank.
2.3 Verweerder heeft op 10 januari 2011 een B4-formulier ingediend dat bestemd is voor een eenstemmig verzoek om uitstel. Het uitstelverzoek was niet eenstemmig en verweerder heeft geen kopie van het B4-formulier aan de advocaat van klaagster gestuurd.
2.4 De rechtbank heeft op de roldatum van 12 januari 2011 uitstel verleend voor het nemen van de conclusie. Tegen dat uitstel heeft de advocaat van klaagster per fax van 13 januari 2011 bezwaar gemaakt. Op verzoek van de rechtbank heeft verweerder een nadere toelichting aan de rechtbank gestuurd op 18 januari 2011. Het verleende uitstel is niet alsnog door de rechtbank geweigerd.
2.5 Bij brief van 19 januari 2011 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
a) verweerder een B4-formulier naar de rechtbank heeft gezonden zonder een (gelijktijdig) afschrift aan de advocaat van klaagster te sturen;
b) verweerder in strijd met de waarheid aan de rechtbank heeft bericht dat de advocaat van klaagster had ingestemd met het verzoek om uitstel.
4 BEOORDELING
Ad klachtonderdeel a)
4.1 Het eerste klachtonderdeel is gegrond. Een advocaat is verplicht om correspondentie aan de rechtbank in een aanhangige procedure in kopie aan de advocaat van de wederpartij te sturen. Dat heeft hij niet gedaan. Weliswaar heeft verweerder zijn verzoek om uitstel per e-mail aangekondigd bij de advocaat van klaagster, maar in die e-mail is niet aangekondigd dat het een eenstemmig uitstelverzoek zou betreffen. Het is aannemelijk dat de advocaat van klager daarom geen reden zag tijdig (namelijk voorafgaand aan de roldatum van 12 januari 2011) bezwaar te maken.
Ad klachtonderdeel b)
4.2 Verweerder heeft een B4-formulier ingediend dat bedoeld is voor een eenstemmig verzoek om uitstel. Verweerder heeft niet van tevoren de goedkeuring gekregen van de advocaat van klaagster om een eenstemmig uitstelverzoek in te dienen.
4.3 Verweerder heeft aangevoerd dat abusievelijk het verkeerde formulier is gebruikt. Verweerder heeft daarnaast op 18 januari 2011 schriftelijk aan de rechtbank bericht dat abusievelijk aan de advocaat van klaagster geen medewerking tot uitstel was verzocht en dat hij dat betreurde. Dat neemt echter naar het oordeel van de raad niet weg dat de rechtbank door het handelen van verweerder in de onjuiste veronderstelling is gebracht dat de advocaat van klaagster met het uitstel instemde, waarna het uitstel op 12 januari 2011 is verleend en ook na bezwaar van de advocaat van klaagster door de rechtbank is gehandhaafd. Dit klachtonderdeel is daarom eveneens gegrond.
5 MAATREGEL
5.1 Verweerder heeft in correspondentie met de deken en ter zitting zijn fout erkend en aangegeven zijn handelen te betreuren. De raad acht de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart de klacht in beide onderdelen gegrond; en
- legt aan verweerder op de maatregel van een enkele waarschuwing.
Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mrs. P.W.M. Huisman, G.J.W. Pulles, M. Ynzonides, A.M. Vogelzang, leden, bijgestaan door mr. R.A. Veldman als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 maart 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 20 maart 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klaagster
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl