ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2325 Raad van Discipline Amsterdam 11-185A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2325
Datum uitspraak: 19-12-2011
Datum publicatie: 09-01-2012
Zaaknummer(s): 11-185A
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. derden, subonderwerp: Financieel belanghebbenden
  • Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Klachten waarbij klager geen belang heeft
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht over geen rekening en verantwoording afleggen over bedrag op derdengeldenrekening noch bereid te zijn dat bedrag uit te betalen of dienaangaande verder te doen wat mocht worden verwacht. Klager niet-ontvankelijk, nu klager geen volmacht heeft van de tot bedoeld bedrag gerechtigde noch een eigen, rechtstreeks belang heeft. Een klachtrecht in het algemeen belang komt slechts toe aan de deken.

 RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 19 december 2011

in de zaak 11-185A

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht van:

De heer

k l a g e r

tegen:

Mevrouw mr.

v e r w e e r s t e r

1 Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 14 juni 2011, bij de raad binnengekomen op 16 juni 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 22 november 2011. Partijen zijn verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de genoemde brief van de deken aan de raad, van de stukken genummerd 1 tot en met 56, genoemd in de bij die brief gevoegde inventarislijst, de stukken genummerd 57 tot en met 59 die de raad aan die inventarislijst heeft toegevoegd en de brief van klager aan de raad van 16 november 2011.

2 De klacht

2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster in strijd met artikel 46 Advoca-tenwet

heeft gehandeld doordat zij:

a) geen rekening en verantwoording heeft afgelegd of kan afleggen over een aan klager toekomend bedrag dat op de derdengeldenrekening van het kantoor van verweerster staat;

b) weigert het onder a) bedoelde bedrag aan klager uit te betalen;

c) geen contact heeft opgenomen met de curator die meerbedoeld bedrag in eerste instantie onder zich had;

d) heeft nagelaten de ontbrekende dagafschriften van de desbetreffende derdengeldenrekening bij de bank op te vragen; en

e) geen contact heeft opgenomen met de heer S. en de heer Van K.

3 Feiten

3.1 Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan:

3.2 Klager en verweerster zijn voormalige echtelieden.

3.3 Op 22 september 1992 heeft de heer S. een schriftelijke volmacht verleend aan (onder meer) klager. De tekst daarvan luidt:

“   V O L M A C H T

Hierbij geeft de heer [S] geboren [datum], wonende te Wassenaar, [adres], direkteur van General Skid-ding, gevestigd Boezemweg 57, Pijnacker, algehele volmacht met betrekking tot alle rechtshandelingen die verricht dienen te worden in verband met General Skidding B.V. aan:

1. Mr. [Van K], geboren [datum] te Den Haag

2. [klager], geboren [datum] te Den Haag

Wassenaar,

22 september 1992.”

3.4 De heer S. was op dat moment bestuurder van Grid International Holding B.V., die op haar beurt moedervennootschap en bestuurder was van General Skidding B.V.

3.5 General Skidding B.V. is op 11 november 1992 in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. J.A.M. Reuser tot curator (hierna: de curator).

3.6 Grid International Holding B.V. heeft op enig moment een vordering op General Skidding B.V. bij de curator ter verificatie ingediend.

3.7 Op 30 augustus 1999 is op briefpapier van verweerster een brief aan de rechtbank te ’s-Gravenhage gestuurd. In de brief wordt namens Grid International Holding B.V. verzocht om toezending van alle openbare verslagen van de curator in het faillissement van General Skidding B.V.

3.8 Bij brieven van 1 juli 2002 en 5 december 2002, gericht aan verweerster, heeft de curator een uitkering van circa € 25.000 op de vordering van Grid International Holding B.V. in het vooruitzicht gesteld.

3.9 Bij brief van 6 januari 2003, gesteld op briefpapier van verweerster en uit haar naam geschreven, is de curator verzocht het geld te storten op de derdengeldenrekening van ver-weerster. De curator heeft in januari 2003 genoemd bedrag op deze derdengeldenrekening gestort.

3.10 Naar aanleiding van de klacht en het daarnaar ingestelde onderzoek door de deken heeft verweerster dit bedrag op 18 juli 2011 aan (een vertegenwoordiger van) Grid International Holding B.V. doorbetaald.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 De klacht komt er in de kern op neer dat verweerster ten aanzien van een aan klager toekomend bedrag dat verweerster in 2003 als advocaat namens Grid International Holding B.V. heeft geïnd niet de te verlangen nauwgezetheid en zorgvuldigheid in acht heeft ge-nomen. De eerste te beantwoorden vraag is of klager een eigen (rechtstreeks) belang heeft bij zijn klacht. Verweerster heeft dit betwist en daartoe gesteld – samengevat – dat de door klager overgelegde, in 3.3 geciteerde, volmacht onvoldoende grond oplevert om de onderhavige klacht in te dienen. De raad oordeelt als volgt.

4.2 Vaststaat dat de curator in het faillissement van General Skidding B.V. in januari 2003 een bedrag van circa € 25.000 heeft uitgekeerd op een door Grid International Holding B.V. ter verificatie bij hem ingediende vordering. Dit bedrag is door de curator op de derdengeldenre-kening van verweerster gestort. Dit betekent dat in beginsel slechts de belangen van Grid International Holding B.V. en niet die van klager bij de aan verweerster gemaakte verwijten zijn betrokken. Gesteld noch gebleken is dat klager in deze zaak cliënt van verweerster was. Wel stelt klager dat hij gevolmachtigde van Grid International Holding B.V. was en is. Uit de door klager overgelegde volmacht uit 1992 blijkt evenwel niet dat hij Grid International Holding B.V. in deze klachtprocedure mag vertegenwoordigen. De volmacht is blijkens de tekst ervan verleend door de heer S. als bestuurder van General Skidding B.V. en ziet op “alle rechtshandelingen die verricht dienen te worden in verband met General Skidding B.V.”, wat zonder nadere toelichting – die ontbreekt – onvoldoende is om aan te nemen dat hij deze klacht namens Grid International Holding B.V. kan indienen. De omstandigheden dat de heer S. ten tijde van het verlenen van de volmacht (ook) bestuurder van Grid International Holding B.V. was en dat de volmacht is gesteld op briefpapier van deze vennootschap maken dit niet anders. Uit het contact dat in de loop van het onderzoek naar de klacht is gelegd met Grid International Holding B.V. – welk contact uiteindelijk heeft geleid tot de doorbetaling van het bedrag door verweerster aan deze vennootschap – zijn ook geen aanwijzingen gebleken voor de juistheid van klagers stelling dat hij gevolmachtigde van Grid International Holding B.V. is. Klager heeft voorts nog gesteld dat hij een eigen belang bij zijn klacht heeft, omdat hij destijds mondeling met Grid International Holding B.V. had afgesproken dat hij 25% van de eventuele uitkering uit het faillissement van General Skidding B.V. zou krijgen. Zelfs al zou die afspraak destijds zijn gemaakt, dan geeft dat klager op zichzelf nog niet een eigen rechtstreeks belang om te klagen over de wijze waarop verweerster de belangen van Grid International Holding B.V. zou hebben behartigd.

4.3 Wegens het ontbreken van een eigen, rechtstreeks belang bij de klacht moet klager daarin derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard. Een klachtrecht in het algemeen belang komt slechts toe aan de deken.

BESLISSING:

De raad van discipline:

- verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Aldus gewezen door Mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs. S.M. Gaasbeek-Wielinga, M.J. Westhoff, L.D.H. Hamer en M. Ynzonides, leden, met bijstand van mr. R.N.E. Visser als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 19 december 2011.

voorzitter        griffier

 Was getekend        Was getekend

Deze beslissing is in afschrift op 19 december 2011 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten;

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appèlmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

 Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC  Prinsenbeek.

b.  Bezorging

 De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC  Prinsenbeek. Bezorging kan uit-

 sluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.  Per fax

 Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076 548 4608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.

d.  Telefonische informatie:

 076 548 4607.