ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1263 Raad van Discipline Amsterdam 10-183H
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1263 |
---|---|
Datum uitspraak: | 09-11-2010 |
Datum publicatie: | 10-11-2010 |
Zaaknummer(s): | 10-183H |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Waarschuwing |
Inhoudsindicatie: | Dekenbezwaar. Verweerder haalde in 2009 niet het vereiste aantal opleidingspunten en heeft daarna de deken in strijd met de waarheid bericht over de oorzaak daarvan. Bezwaar gegrond, enkele waarschuwing. |
RAAD VAN DISCIPLINE
in het ressort Amsterdam
BESLISSING d.d. 9 november 2010
in de zaak 10-183 H
______________________________
De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van het op 17 mei 2010 bij de raad binnengekomen bezwaar van:
De deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem
De heer mr.
d e k e n
tegen:
De heer mr.
v e r w e e r d e r
1. Verloop van de procedure.
1.1 Bij brief van 12 mei 2010, door de raad ontvangen op 17 mei 2010, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem het bezwaar ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Het bezwaar is behandeld ter zitting van 6 september 2010 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van de in paragraaf 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 t/m 8, genoemd in de bij die brief gevoegde inventarislijst.
2. Bezwaar.
Het bezwaar houdt zakelijk weergegeven in, dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet, in het jaar 2009 het in het kader van de Verordening op de Permanente Opleiding vereiste aantal van 16 opleidingspunten niet heeft behaald en bij brief van 17 maart 2010 in strijd met de waarheid aan de deken heeft bericht dat het tekort van zes punten over 2009 was ontstaan omdat een leergang wegens onvoldoende inschrijving geen doorgang vond.
3. De feiten.
Voor de beoordeling van het bezwaar kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan:
3.1 Over het jaar 2009 heeft verweerder het in het kader van de Verordening op de Permanente Opleiding vereiste aantal van 16 opleidingspunten niet behaald. Het tekort van verweerder bedroeg zes punten. Bij brief van 3 maart 2010 heeft de secretaris van de algemene raad van de Nederlandse Orde van Advocaten verweerder verzocht de deken binnen twee weken na dagtekening van die brief de reden van het verzuim te berichten en daarbij tevens vermelden hoe het tekort aan opleidingspunten zal worden ingehaald. Bij brief van 17 maart 2010 heeft verweerder onder meer aan de deken geschreven:
“In 2009 heb ik mijn planning niet behaald waar het gaat om de te behalen studiepunten omdat een leergang wegens onvoldoende inschrijvingen geen doorgang vond. In 2010 zal deze leergang worden gevolgd en ik zie dan ook geen problemen om de benodigde en de extra studiepunten dit jaar te behalen.”
3.2 Bij brief van 23 maart 2010 heeft de deken verweerder verzocht om aan te geven om welke cursus het ging en ook gevraagd om kopieën van de correspondentie die daaromtrent heeft plaatsgevonden. Bij brief van 23 april 2010 is verweerder aan het verzoek van de deken herinnerd. Verweerder heeft vervolgens op dezelfde dag bij een tevens per telefax verzonden brief gereageerd en daarbij aan de deken bericht dat het ging om de leergang regelgevingsleer voor decentrale overheden van de VU Law Academy. Bij diezelfde brief heeft verweerder de deken laten weten dat hij niet beschikt over correspondentie met betrekking tot zijn inschrijving voor de betreffende cursus in 2009.
3.3 Het bureau van de orde van advocaten te Haarlem heeft vervolgens bij de VU Law Academy geïnformeerd. Bij e-mail van 26 april 2010 heeft het hoofd van de VU Law Academy aan het bureau van de orde laten weten dat de leergang regelgevingsleer voor decentrale overheden in de periode 5 november tot en met 9 december 2009 wel doorgang heeft gevonden.
3.4 Over de jaren 2001, 2002 en 2005 heeft verweerder ook een gestapeld tekort van 14 opleidingspunten laten ontstaan. Dit tekort heeft verweerder later ingehaald.
4. Beoordeling van het bezwaar.
4.1 De raad overweegt dat uit de hiervoor in paragraaf 3.1 tot en met 3.3 weergegeven gang van zaken genoegzaam blijkt dat verweerder over het jaar 2009 niet het door de Verordening op de permanente opleiding voorgeschreven aantal van 16 punten heeft behaald en dat verweerder voorts de deken onjuist heeft geïnformeerd over de reden van zijn verzuim. De raad acht zowel het niet voldoen aan de Verordening op de permanente opleiding als het onjuist informeren van de deken tuchtrechtelijk laakbaar. De deken kan de hem in de advocatenwet opgedragen taken (in het kader van het tuchtrecht) niet naar behoren vervullen indien de advocaat zijn verplichting verzaakt om de deken op diens verzoek steeds juist en volledig te informeren. De raad acht het bezwaar dan ook gegrond.
5. Maatregel.
5.1 Met het voorgaande is komen vast te staan dat verweerder door te handelen als omschreven in paragrafen 3.1 tot en met 3.2 heeft gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.
5.2 Alle omstandigheden bij zijn afweging betrekkende acht de raad de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.
Beslissing:
De raad van discipline:
- verklaart het bezwaar gegrond;
- legt aan verweerder op de maatregel van enkele waarschuwing.
Aldus gewezen door: Mr. A.P. Schoonbrood–Wessels, voorzitter, mr. R.P.F. van der Mark, mr. B.E. van der Molen, mr. M.W. Schüller, mr. D.J.S. Voorhoeve, leden, met bijstand van mr. P.J. Mijnssen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 november 2010.
Voorzitter Griffier
De beslissing is in afschrift op 9 november 2010 per aangetekende brief verzonden aan:
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem
- verweerder
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten
Van deze beslissing kan beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten
Het beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus132, 4840 AC Prinsenbeek.
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
c. Per fax
Het faxnummer van het hof van discipline is: 076 – 548 46 08. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.
d. Telefonische informatie
076 – 548 46 07