ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1035 Raad van Discipline Amsterdam 10-080H

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1035
Datum uitspraak: 20-09-2010
Datum publicatie: 24-09-2010
Zaaknummer(s): 10-080H
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: De klacht houdt in dat verweerder de opdracht gebrekkig heeft uitgevoerd ten gevolgde waarvan klager schade heeft geleden. Verweerder heeft nagelaten het nader arbitraal vonnis te betekenen, klager onjuist geinformeerd over het verbeuren van de dwangsommen en ondanks toezegging nagelaten contact op te nemen met verweerder. Klacht gegrond: enkele waarschuwing.

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 20 september 2010

in de zaak 10-080 H

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 5 maart 2010 binnengekomen klacht van:

de heer

k l a g e r

tegen:

de heer mr.

v e r w e e r d e r

1 Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 4 maart 2010, bij de raad binnengekomen op 5 maart 2010 heeft de deken van de orde van advocaten van het arrondissement Haarlem de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 19 juli 2010 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad, van de stukken genummerd 1 t/m 50 in de bij die brief gevoegde inventarislijst en van de brief van 13 juli 2010 van verweerder en de daarbij behorende bijlagen.

2 De klacht

2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder de door klager verleende opdracht tot dienstverlening gebrekkig heeft uitgevoerd ten gevolge waarvan hij schade heeft gelden.

2.2 Door aldus te handelen c.q. na te laten heeft verweerster volgens klager de norm vastgelegd in artikel 46 Advocatenwet overschreden.

3 Feiten

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is

verklaard, van het volgende worden uitgegaan:

3.1 Klager heeft in verband met een geschil met zijn aannemer H. B.V. verweerder benaderd voor rechtsbijstand. Deze opdracht is door verweerder bevestigd per brief van 24 januari 2008, in welke brief is opgenomen dat verweerder klager zal bijstaan “inzake de afronding van de kwestie omtrent de nieuwbouwwoning/gebreken met bouwbedrijf H. B.V.”. Volgens klager was onderdeel van de opdracht het incasseren van dwangsommen, die bij nader arbitraal vonnis van 22 november 2007 waren vastgesteld.

3.2 Verweerder heeft op 12 februari 2008 verlof gekregen van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam tot tenuitvoerlegging van het nader arbitraal vonnis. De beslissing van de rechtbank Rotterdam bevatte een kennelijke verschrijving die niet direct door verweerder was opgemerkt. Verweerder heeft op 13 februari 2008 aan de deurwaarder opdracht gegeven om de beslissing aan H. B.V. te betekenen. Op 19 februari 2008 is de beslissing met kennelijke verschrijving aan H. B.V. betekend. Het nader arbitraal vonnis van 22 november 2007 heeft verweerder niet mee laten betekenen. Per brief van 20 februari 2008 heeft verweerder H. B.V. bericht dat hij de belangen van klager behartigt. Over de dwangsommen wordt in deze brief opgemerkt:

“Het nader arbitraal vonnis heb ik, na een daartoe verkregen verlof tot tenuitvoerlegging, laten betekenen op 19 februari 2008 (bijalge 2). Ik wijs u er op dat de dwangsommen nu verschuldigd gaan worden en verzoek u het ertoe te leiden dat de kosten van betekening en proceskosten van totaal € 481, 24 betaald worden op rekeningnummer [..] t.a.v. [..].”

In verband met de reactie van H. B.V. heeft er een overleg tussen klager en verweerder plaatsgevonden. Klager heeft op 8 april 2008 een bericht ontvangen van verweerder waarin deze klager bericht vrijdag op de zaak terug te komen. Omdat klager medio juni 2008 nog geen adequate reactie van verweerder had ontvangen, heeft klager de opdracht ingetrokken en heeft hij zelf voor betekening van het nader arbitraal vonnis zorg gedragen.

4 Beoordeling

Ondanks de opdrachtbevestiging van 24 januari 2008, die zeer algemeen is geformuleerd, gaat de raad er, mede gelet op de handelingen die verweerder nadien heeft verricht, vanuit dat de opdracht tot dienstverlening ook omhelsde de tenuitvoerlegging van het nadere arbitrale vonnis, waaraan de dwangsommen waren verbonden. Gelet daarop heeft verweerder verzuimd om het nader arbitrale vonnis waarbij de dwangsom was vastgesteld te laten betekenen. Daarbij heeft verweerder ten onrechte per brief van 20 februari 2010 H. B.V. met kopie aan klager bericht dat vanaf dat moment dwangsommen verschuldigd gaan worden. Het standpunt van verweerder dat H. B.V. bereid was de gebreken te herstellen, maar dat klager deze nakoming frustreerde, doet daaraan niets af. Los van het feit dat dit niet vaststaat, geeft verweerder immers ook zelf in zijn brief van 8 december 2008 aan de Deken te kennen dat het juridische deel van zijn werkzaamheden bestond uit het zetten van druk op H. B.V. door middel van betekening van de beschikking. Door het nadere arbitraal vonnis niet te laten betekenen en de onjuiste berichtgeving hierover werd niet de druk op H. B.V. gezet die van verweerder verwacht had mogen worden. Tot slot is verweerder onvoldoende voortvarend te werk gegaan nadat tussen hem en klager overleg heeft plaatsgevonden en hij op 8 april 2008 had toegezegd aan het einde van die week op de zaak terug te zullen komen maar dit uiteindelijk heeft nagelaten. Gelet hierop is de klacht gegrond.

5. Maatregel

Op grond van alle omstandigheden zoals die zijn gebleken is de navolgende maatregel passend en geboden.

BESLISSING:

De raad van discipline:

- verklaart de klacht gegrond;

- legt aan verweerder de maatregel van een enkele waarschuwing op.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. J.M. van de Laar, H.B. de Regt, B. Roodveldt, J.P.H. Smeets leden, bijgestaan door mr. J.G. Geertsma als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 september 2010.

voorzitter griffier

Deze beslissing is in afschrift op 20 september 2010 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan voor wat betreft de gegrond verklaarde klachtonderdelen hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgende op de dag van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk..

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het hof van discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC

Prinsenbeek

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan

uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke

kantooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het hof van discipline is 076 548 4608. Tegelijkertijd met de

indiening per fax dienen de originele stukken in het vereiste aantal per post te worden

toegezonden aan de griffie van het hof.

d. Telefonische informatie

076 – 548 4607.