ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0860 Raad van Discipline Amsterdam 10-083A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0860
Datum uitspraak: 19-07-2010
Datum publicatie: 19-07-2010
Zaaknummer(s): 10-083A
Onderwerp:
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Tul
  • Maatregelen, subonderwerp: Schorsing
Beslissingen: Onvoorwaardelijke schorsing
Inhoudsindicatie: Ten uitvoerlegging bevolen van een voorwaardelijk opgelegde maatregel (schorsing van een maand) in verband met niet-naleving van bijzondere voorwaarde.

BESLISSING d.d. 19 juli 2010

in de zaak 10-083A

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 11 maart 2010 bin-nengekomen vordering ex artikel 48e Advocatenwet van:

de heer mr.

Deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten

d e k e n

tegen:

de heer mr.

v e r w e e r d e r

1. verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 9 maart 2010, door de raad ontvangen op 11 maart 2010, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam de vordering ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De vordering is behandeld ter zitting van de raad van 11 mei 2010 in aanwezigheid van de deken. Verweerder is met bericht van verhindering niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

a. de in 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 t/m 4 in de in die brief genoemde inventarislijst;

c. het faxbericht van verweerder aan de raad van 11 mei 2010;

b. het proces-verbaal van de zitting van 11 mei 2010.

2.  de vordering

2.1 De deken vordert tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk aan verweerder opgelegde maatregel van schorsing voor de duur van een maand, welke aan verweerder is opgelegd bij beslissing van 29 juni 2009 (zaak nr. 08-281 A).

3. feiten

Voor de beoordeling van de vordering kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan:

3.1 Bij beslissing van de raad van 29 juni 2009 (zaaknr. 08-281A) heeft de raad aan verweer-der de maatregel opgelegd van schorsing voor de duur van een maand. Bepaald werd dat de maatregel niet ten uitvoer zou worden gelegd tenzij – kort samengevat – verweerder zich binnen een periode van twee jaar na het in kracht van gewijsde gaan van de beslissing schuldig zou maken aan een in artikel 46 Advocatenwet bedoelde gedraging of de hierna opgenomen bijzondere voorwaarde niet zou naleven. Die bijzondere voorwaarde luidt als volgt:

“stelt als bijzondere voorwaarde dat verweerder zich houdt aan de in het proces-verbaal van de zitting vastgelegde afbetalingsregeling, welke erop neer komt dat verweerder vóór 1 januari 2010 aan klaagster een bedrag van € 842,44 heeft betaald.”.

3.2 De in het citaat aangeduide klaagster heeft bij brief van 21 januari 2010 de deken bericht dat verweerder de afbetalingsregeling niet is nagekomen. Bij brief van 11 februari 2010 heeft de deken verweerder in de gelegenheid gesteld alsnog tot betaling over te gaan doch de deken heeft daarop geen reactie ontvangen. Bij faxbericht van 11 maart 2010 van verweerder aan de deken, heeft verweerder meegedeeld geen middelen of mogelijkheden te hebben om enige betaling aan klaagster te doen.

3.3 Verweerder heeft zich per 1 januari 2009 als advocaat van het tableau laten schrappen.

4. beoordeling van het bezwaar

4.1 De raad stelt vast dat verweerder niet heeft voldaan aan de hem opgelegde bijzondere voorwaarde. Immers, de overeengekomen betalingsregeling is door verweerder ondanks rappel niet nagekomen en verweerder heeft geen enkel bedrag aan klaagster betaald. Daarmee is het verzoek tot tenuitvoerlegging toewijsbaar.

BESLISSING:

De raad van discipline:

- gelast de tenuitvoerlegging van de in de onder 3.1 genoemde beslissing opgelegde voorwaardelijke schorsing voor de duur van één maand;

- bepaalt dat de schorsing ingaat op de eerste dag dat verweerder weer op het tableau zal zijn ingeschreven, echter na afloop van alle eventueel eerder aan verweerder opgelegde schorsingen.

Aldus gewezen door mr. D.J. Markx, voorzitter, mrs. L.D.H. Hamer, H.B. de Regt, J.H.P. Smeets en S. Wieberdink, leden, met bijstand van mr. L. Koning als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 19 juli 2010.

voorzitter         griffier

Deze beslissing is in afschrift op 19 juli 2010 per aangetekende brief verzonden aan:

- verweerder;

-       de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam;

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep worden ingesteld.