ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0717 Raad van Discipline Amsterdam 09-309U

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0717
Datum uitspraak: 16-06-2010
Datum publicatie: 18-06-2010
Zaaknummer(s): 09-309U
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Fouten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak; Naar het oordeel van de raad had de voorzitter uit de stukken geen andere conclusie kunnen trekken dan dat verweerder niet bewust of ten gevolge van nalatigheid het verkeerde exemplaar van de ´tactical manual´ als productie heeft gebruikt. Verzet ongegrond.

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 16 juni 2010

in de zaak 09-309 U

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad op de klacht van:

De heer

k l a g e r

tegen:

De heer mr.

v e r w e e r d e r

1 Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 12 november 2009, bij de raad binnengekomen op 13 november 2009, heeft de deken van de orde van advocaten van het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 11 december 2009 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 14 december 2009 aan klager is verzonden.

1.3 Bij faxbrief van 18 december 2009, door de raad ontvangen op 18 december 2009, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 12 april 2010 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennis genomen van

- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop die

beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het verzet van klager bij faxbrief van 18 december 2009, inclusief bijlagen.

2 De klacht/het verzet

2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder zich, als advocaat van de wederpartij van de heer X, niet zou hebben gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt, door zich in een brief van 26 februari 2009 aan Stichting Y te beroepen op de inhoud van een ‘Manual Afroepcontract Tactical’, terwijl hij daarbij heeft voorgewend dat het ging om het ‘Tactical Manual’ dat onderdeel uitmaakte van de arbeidsovereenkomst met de heer X. Door aldus te handelen c.q. na te laten heeft verweerder volgens klager de norm vastgelegd in artikel 46 Advocatenwet overschreden.

2.2 Het verzet houdt zakelijk weergegeven in dat de voorzitter ten onrechte de klacht kennelijk ongegrond heeft verklaard door te overwegen dat verweerder niet bewust of ten gevolge van nalatigheid het verkeerde exemplaar van de ´Tactical Manual´ heeft genoemd, nog daargelaten het feit dat de beide versies voor wat betreft de clausule waar het om ging niet van elkaar verschilden waardoor geen nadeel is ontstaan.

3 Feiten

Voor de beoordeling van het verzet en de daaraan ten grondslag liggende klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan:

3.1 Namens zijn cliënt heeft klager jegens diens werkgever een procedure gevoerd bij Stichting De Ombudsman in verband met de vraag naar (de mate van) het van toepassing zijn van een ongevallenverzekering. De belangen van de werkgever werden in dat verband behartigd door verweerder. Uit artikel 16 van de arbeidsovereenkomst volgt dat het ‘Tactical Manual’ onderdeel/verlengstuk is van de arbeidsovereenkomst.

3.2 Tijdens de procedure heeft verweerder ter onderbouwing van zijn stellingen als productie overgelegd een document met de titel ‘Manual Afroepcontract Tactical’. Verweerder heeft dit document van zijn cliënte voor deze procedure ontvangen. Hierin is over de ongevallenverzekering het volgende opgenomen:

“Gedurende het dienstverband wordt t.b.v. werknemer/ster, door en voor rekening van [Y], een ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering voorziet in een uitkering bij ongeval tijdens het uitoefenen van werkzaamheden van één maal het bruto jaarsalaris bij overlijden en twee maal het bruto jaarsalaris bij algehele blijvende invaliditeit.”

3.3 In de arbeidsovereenkomst van de cliënt van klager wordt verwezen naar het document ‘Tactical Manual’. In dit document is een geheel identieke bepaling opgenomen over de ongevallenverzekering.

3.4 De Stichting De Ombudsman heeft de kwestie uiteindelijk als afgedaan beschouwd omdat in de relevante bepaling van het ‘Tactical Manual’ wordt gesproken van een “ongeval bij het uitoefenen van de werkzaamheden”.

4 Beoordeling van het verzet

4.1 Naar het oordeel van de raad had de voorzitter uit de stukken geen andere conclusie kunnen trekken dan dat verweerder niet bewust of ten gevolge van nalatigheid het verkeerde exemplaar van de ´tactical manual´ heeft genoemd, nog daargelaten dat uit het gebruik van het - in de ogen van klager - verkeerde exemplaar voor de cliënt van klager geen nadeel is ontstaan.

4.2 Nu klager niet heeft gemotiveerd waarom de voorzitter op basis van de zich in het dossier bevindende stukken niet tot een kennelijk ongegrond¬verklaring had mogen komen, moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING:

De raad van discipline verklaart:

- het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.J.M. Gijsberts, voorzitter, mrs. .M. Gaasbeek-Wielenga, H.C.M.J. Karskens, M.W. Schüller, S. Wieberdink, leden, bijgestaan door mr. J.G. Geertsma als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 juni 2010.

voorzitter griffier

Deze beslissing is in afschrift op 16 juni 2010 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht;

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld.