ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0625 Raad van Discipline Amsterdam 09-295U
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0625 |
---|---|
Datum uitspraak: | 11-05-2010 |
Datum publicatie: | 21-05-2010 |
Zaaknummer(s): | 09-295U |
Onderwerp: | Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening |
Beslissingen: | Klacht gegrond, zonder maatregel |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen eigen advocaat. Beroepsfout door laten verlopen van termijn. Klacht gegrond, zonder oplegging van maatregel. Advocaat heeft ruimhartig excuses aangeboden en klager heeft deze aanvaard. |
RAAD VAN DISCIPLINE
in het ressort Amsterdam
BESLISSING d.d. 11 mei 2010
in de zaak 09-295U
De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht van:
k l a g e r
tegen:
v e r w e e r s t e r
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 29 oktober 2009, bij de raad binnen gekomen op 30 oktober 2009, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 2 maart 2010. Partijen zijn verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van de genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 tot en met 10, genoemd in de bij die brief gevoegde inventarislijst.
2. De klacht
De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster in strijd met artikel 46 Advocaten-wet heeft gehandeld, nu zij heeft verzuimd tijdig hoger beroep in te stellen van het tegen klager gewezen kort geding vonnis van 24 juni 2009.
3. Feiten
3.1 Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.
3.2 Klager heeft met een derde een overeenkomst gesloten uit hoofde waarvan deze derde een kamer mag gebruiken in een pand te Maarssen. Tussen klager en deze derde is over deze overeenkomst een geschil ontstaan. De kantonrechter van de rechtbank Utrecht, locatie Utrecht, heeft bij vonnis van 1 augustus 2008, uitvoerbaar bij voorraad, onder meer beslist:
“Veroordeelt [klager] om binnen 2 maanden na betekening van dit vonnis het plafond in de woon-kamer van het gehuurde te herstellen en daar verlichting te monteren, of straffe van een dwangsom van € 500 voor iedere dag of keer dat [klager] daarmee in gebreke blijft om zich te houden aan dit vonnis, met een maximum van € 5.000;
Veroordeelt [klager] om binnen 5 dagen na betekening van dit vonnis de wasdroger terug te zetten in de woonkamer en het internet en de televisiekabel aan te sluiten op straffe van een dwangsom van € 500 voor iedere dag of keer dat [klager] daarmee in gebreke blijft om zich te houden aan dit vonnis, met een maximum van € 5.000”.
3.3 Op 12 november 2008 heeft de wederpartij van klager aanspraak gemaakt op € 5.000 aan verbeurde dwangsommen. Tevens is de executie daarvan aangezegd. Verweerster heeft kla-ger in dit geschil bijgestaan en namens hem een executie kort geding geëntameerd. De we-derpartij heeft in die procedure een eis in reconventie ingesteld.
3.4 Bij vonnis van 24 juni 2009 heeft de Voorzieningenrechter van de rechtbank Utecht onder meer beslist:
“5.6. Veroordeelt [klager] om binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis [de wederpartij] ongehinderd toe te laten tot alle gedeelten van het gehuurde, met name de woonkamer, alsmede de ontbrekende pensleutel van het gehuurde aan [de wederpartij] te overhandigen;
5.7. Bepaalt dat [klager] voor iedere dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat hij in strijd handelt met het hiervoor onder 5.6. bepaalde, aan [de wederpartij] een dwangsom verbeurt van € 500 per dag tot een maximum van € 15.000”.
3.5 Verweerster heeft met klager afgesproken hoger beroep van het vonnis van 24 juni 2009 in te stellen, maar heeft verzuimd de appèldagvaarding tijdig te doen betekenen. Verweerster heeft na ontdekking hiervan klager direct telefonisch geïnformeerd en zij heeft haar excuses aangeboden. Tevens heeft verweerster een afspraak met klager gemaakt om het verzuim en de gevolgen daarvan te bespreken.
4 Beoordeling van de klacht
4.1 De raad stelt voorop dat een advocaat gehouden is bij de aan hem/haar toevertrouwde zaken de grootst mogelijke zorg te betrachten. Daaronder valt in ieder geval het tijdig instel-len van een rechtsmiddel. Door de appeltermijn van het kort geding vonnis van 24 juni 2009 ongebruikt te laten verstrijken, is verweerster in de jegens haar cliënt te betrachten zorg ern-stig te kort geschoten. Dat dit het gevolg is van het verkeerd noteren van het uiterste mo-ment waarop appèl kon worden ingesteld, maakt dit niet anders. De klacht is derhalve ge-grond.
5 Maatregel
5.1 Hoewel de klacht gegrond is, zal de raad verweerster geen maatregel opleggen, nu zij direct na het ontdekken van haar fout telefonisch contact met klager heeft opgenomen om hem daarover te informeren. Tevens heeft verweerster in dat gesprek ruimhartig haar excuses aangeboden. Ter zitting op 2 maart 2010 heeft verweerster dat nogmaals gedaan. Klager heeft deze excuses bij beide gelegenheden aanvaard.
BESLISSING:
De raad van discipline verklaart:
- de klacht gegrond.
Aldus gewezen door mr. D.J. Markx, voorzitter, mrs. H.C.M.J. Karskens, J.J. Trap, D.J.S. Voorhoeve, S. Wieberdink, leden, met bijstand van mr. R.N.E. Visser als griffier en uitge-sproken ter openbare zitting van 11 mei 2010.
voorzitter griffier
Deze beslissing is in afschrift op 11 mei 2010 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerster
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:
- verweerster
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
De appèlmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: postbus 132, 4840 AC Prin-senbeek.
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantoor-uren.
c. Per fax
Het faxnummer van het hof van discipline is: 076 548 4608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.
d. Telefonische informatie: 076 548 4607.