ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0584 Raad van Discipline Amsterdam 09-377H

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0584
Datum uitspraak: 12-04-2010
Datum publicatie: 27-04-2010
Zaaknummer(s): 09-377H
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Belangenconflict
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Het feit dat verweerder reeds veel jaren de belangen van X behartigde, brengt gezien de omstandigheden van het geval met zich dat het verweerder niet vrij stond op te treden voor Y, die zich, naar verweerder bekend was, in een van X afhankelijke positie bevond. Door dat wel te doen en door een telefoongesprek tussen Y, die zich in vreemdelingenbewaring bevond, en X te faciliteren heeft verweerder het risico in het leven geroepen dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid als advocaat in gevaar zouden kunnen komen en dat zich tegenstrijdige belangen zouden kunnen ontwikkelen. Bezwaar gegrond. Waarschuwing.

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 12 april 2010

in de zaak 09-337H

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 15 december 2009 bij de raad binnengekomen bezwaar van

De deken van de orde van advocaten in het Arrondissement Haarlem

tegen:

mr.

v e r w e e r d e r

1.                   Verloop van de procedure

1.1               De raad heeft kennis genomen van de brief van 14 december 2009, bij de raad binnengekomen op 15 december 2009, van de waarnemend deken van de orde van advocaten te Haarlem aan de raad, en van de stukken genummerd 1 tot en met 4, met bijlagen, genoemd in de bij die brief gevoegde inventarislijst.

1.2               Het bezwaar is behandeld ter zitting van de raad van 26 januari 2010. De deken en verweerder, vergezeld door zijn advocaat zijn verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

2.                   Het bezwaar

2.1               De raad, begrijpt het bezwaar, gelet op de stukken en de toelichting van de deken ter zitting, zakelijk weergegeven, aldus dat verweerder als advocaat van X tevens is gaan optreden als advocaat van Y en in dat kader telefonisch contact tussen X en Y in een taal die hij niet beheerst, heeft gefaciliteerd. Verweerder heeft hierdoor het risico genomen dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid als advocaat in gevaar zouden kunnen komen en er ten onrechte geen rekening mee gehouden, dat de belangen van deze cliëntes tegenstrijdig zouden kunnen zijn of worden.

2.2               Door aldus te handelen heeft verweerder volgens de deken de norm neergelegd in artikel 46 Advocatenwet overtreden en niet de zorgvuldigheid jegens Y betracht die een behoorlijk advocaat betaamt.

3.                   Feiten

3.1               Voor de beoordeling van het bezwaar kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.

3.2               De deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem is op 20 december 2006 door het Landelijk Parket mondeling geïnformeerd over het feit dat er een strafrechtelijk onderzoek gaande was naar een mensenhandelorganisatie en dat medewerkers van de Nationale Recherche bij het afluisteren van telefoongesprekken waren gestuit op gesprekken tussen hoofdverdachte X met verweerder en dat naar aanleiding van die gesprekken verweerder in beeld kwam als mogelijke verdachte in die zaak. X is al veel jaren een cliënt van verweerder.

3.3               Het Landelijk Parket heeft de deken een aantal transcripties van die telefoongesprekken toegezonden, welke zich in het klachtdossier bevinden. Daaruit blijkt het volgende. Op 10 november 2006 begeeft verweerder zich als voorkeursadvocaat in het kader van de vreemdelingenpiketdienst naar een politiebureau om daar Y te bezoeken, die is aangehouden in het bezit van een mogelijk vals paspoort. Y werd op dat moment door de Nationale Recherche aangemerkt als slachtoffer van de in 3.2 genoemde organisatie, maar dit is niet aan verweerder meegedeeld. Uit de transcripties in het klachtdossier blijkt dat verweerder voorafgaand aan zijn bezoek aan Y enkele keren telefonisch- en SMS contact heeft gehad met X en dat die contacten onder meer betrekking hebben op een vals paspoort en het echte paspoort van Y. Tevens blijkt hieruit dat verweerder tijdens zijn bezoek aan Y op het politiebureau zijn telefoontoestel aan Y heeft gegeven om haar in de gelegenheid te stellen overleg te voeren met X in de Roemeense taal, die verweerder niet beheerst en dat er meerdere gesprekken hebben plaatsgevonden met het telefoontoestel van verweerder tussen X en Y.

3.4               Op 8 juni 2009 heeft het Landelijk Parket de deken bericht, dat er geen strafrechtelijke procedure zou worden ingesteld tegen verweerder. Daarop heeft de deken besloten het onderhavige dekenbezwaar in te dienen.

4.                   Beoordeling van het bezwaar

4.1               Het feit dat verweerder reeds langere tijd de belangen van X behartigde, brengt met zich dat het verweerder niet vrij stond op te gaan treden voor Y. Verweerder was immers op de hoogte van het feit dat Y voor X als prostituee werkte en de betrokkenheid van X bij de zaak van Y was hem bovendien duidelijk geworden uit de telefoongesprekken die hij voorafgaand aan zijn bezoek aan Y met X voerde. Bovendien heeft verweerder door op te gaan treden voor Y en het telefonisch contact te faciliteren tussen X en Y het risico in het leven geroepen dat X druk zou kunnen uitoefenen op Y. Verweerder had zich moeten realiseren dat hierdoor zijn vrijheid en onafhankelijkheid als advocaat in gevaar zou kunnen komen. Voorts had verweerder erop bedacht moeten zijn dat de belangen van X en Y tegenstrijdig zouden kunnen zijn of worden. In dit licht bezien heeft verweerder dan ook tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door een telefoongesprek tussen Y en X in een taal die hij niet beheerst te faciliteren. Het bezwaar is gegrond.

MAATREGEL:

Bij het opleggen van de navolgende maatregel heeft de raad enerzijds rekening gehouden met de omstandigheid dat verweerder ter zitting niet direct de waarheid heeft gesproken omtrent zijn contact met X voorafgaand aan zijn bezoek aan Y op het politiebureau en anderzijds met het feit dat verweerder heeft erkend onjuist te hebben gehandeld.

BESLISSING:

De raad van discipline verklaart

- het bezwaar gegrond; en

- legt aan verweerder op de maatregel van enkele waarschuwing.

Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare zitting van 12 april 2010 door Mr. D.J. Markx, voorzitter, mr. A. Gerritsen-Bosselaar, mr. L.D.H. Hamer, mr. R.P.F. van der Mark en mr. J.J. Trap, leden, met bijstand van mr. L.O.N. Zwart als griffier.

voorzitter                                                                   griffier            

Deze beslissing is in afschrift op 12 april 2010 per aangetekende brief verzonden aan:

-  verweerder

-  de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem

-  de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

-  verweerder

-  de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appèlmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:

a. Per post

     Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

     De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het hof van discipline is: 076 548 4608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie: 076 548 4607.