ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0343 Raad van Discipline Amsterdam 09-253U

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0343
Datum uitspraak: 09-02-2010
Datum publicatie: 02-03-2010
Zaaknummer(s): 09-253U
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Het aanhoudend niet-reageren op verzoeken van de deken om nadere informatie omtrent tegen verweerder ingediende klachten is te beschouwen als een gedraging die in strijd is met wat een behoorlijk advocaat betaamt. Het niet-voldoen aan de informatieplicht jegens de deken is klachtwaardig. Bezwaar gegrond. Maatregel: berisping.

 RAAD  VAN  DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 9 februari 2010

in de zaak 09-253U

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van het op 15 september 2009 binnengekomen bezwaar van:

de deken van de orde van advocaten

in het arrondissement Utrecht

d e k e n

tegen:

de heer mr.

v e r w e e r d e r

1. verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 14 september 2009, door de raad ontvangen op 15 september 2009, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht het bezwaar ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Het bezwaar is behandeld ter zitting van de raad van 18 november 2009 in aanwezigheid van de deken en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt. Verweerder heeft pleitnotities overgelegd.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

a. de in 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 t/m 10 in de in die brief genoemde inventarislijst;

b. het proces-verbaal van de zitting van 18 november 2009, met de door verweerder overgelegde pleitnotities.

2. het bezwaar

2.1 Het bezwaar houdt -zakelijk weergegeven- in dat verweerder ondanks herhaalde verzoe-ken geen nadere inlichtingen aan de deken heeft verstrekt en hem dusdoende het onmo-gelijk heeft gemaakt nader onderzoek te verrichten naar een bij hem ingediende klacht omtrent een gedraging van verweerder.

2.2 Door aldus te handelen dan wel na te laten heeft verweerder volgens de deken de norm, vastgelegd in artikel 46 Advocatenwet, overtreden.

3. feiten

Voor de beoordeling van het bezwaar kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan:

3.1 Bij brief van 14 juni 2009 heeft mevrouw J. zich gewend tot de deken met een klacht te-gen verweerder. Deze klachtbrief is op 22 juni 2009 door de deken doorgestuurd aan verweerder met het verzoek om een reactie.

3.2 Bij brieven aan verweerder van 15 juli en 30 juli 2009 heeft de deken zijn verzoek om een reactie herhaald.

3.3 Een stafmedewerkster van de deken heeft per e-mail op 12 augustus 2009 van verweerder vernomen dat hij redenen zou hebben waarom hij nog niet heeft gereageerd. In genoem-de e-mail verzoekt verweerder om hernieuwde toezending van de klachtbrief en zegt hij toe, na ontvangst hiervan, nog dezelfde week te zullen reageren.

3.4 Diezelfde dag reageert de stafmedewerker met de opmerking dat slechts de brief van collega mr. P. gemaild kan worden en wijst de stafmedewerker verweerder erop dat uiter-lijk 19 augustus 2009 zijn reactie wordt verwacht. Bij brief van 24 augustus 2009 stuurt de deken verweerder andermaal een herinnering, met het verzoek om binnen één week na-dien te reageren.

3.5 Op 1 september 2009 ontvangt de stafmedewerker andermaal een e-mail van verweerder met de toezegging dat hij zal trachten uiterlijk 2 september 2009 te reageren.

3.6 Bij brief van 7 september 2009 bericht mevrouw J. de deken dat zij telefonisch is benaderd door verweerder met het voorstel de klacht in te trekken tegen betaling van             € 1.000,00.

3.7 Nadien is iedere reactie van de zijde van verweerder jegens de deken uitgebleven.

4. beoordeling van het bezwaar

4.1 Op verweerder rust de verplichting om op verzoek van de deken hem nader te informe-ren omtrent tegen verweerder gerichte klachten. Zodoende wordt de deken in staat ge-steld om adequaat en naar behoren de klachten te behandelen en eventueel af te doen.

4.2 Het niet-voldoen aan het (herhaaldelijk) verzoek van de deken om inlichtingen te ver-strekken en het niet-nakomen van nadere afspraken met (het bureau van) de deken om voor een bepaald tijdstip inlichtingen te verstrekken, zijn te beschouwen als gedragingen die in strijd zijn met wat een behoorlijk advocaat betaamt. Het bezwaar is derhalve ge-grond.

4.3 Het betoog van verweerder namelijk dat hij kort gezegd om redenen van persoonlijke aard er niet aan toe is gekomen de deken te informeren, maakt het voorgaande niet an-ders. Niet, althans onvoldoende, is gebleken dat hij vanwege genoemde redenen niet in staat was om aan de verzoeken van de deken te kunnen voldoen.

5. maatregel

5.1 De raad acht het opleggen van de maatregel van een berisping passend en geboden.

BESLISSING:

De raad van discipline verklaart het bezwaar gegrond en legt aan verweerder op de maatregel van berisping op.

Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mr. P.W.M. Huisman, mr. B.E. van der Molen, mr. M.J.G.H. Verviers, mr. M.J. Westhoff, leden, met bijstand van mr. L. Koning als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 februari 2010.

voorzitter         griffier

Deze beslissing is in afschrift op 9 februari 2010 per aangetekende brief verzonden aan:

- verweerder;

-       de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht;

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- verweerder;

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mo-gelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:

per post

Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek;

bezorging

De griffie van het hof van discipline is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren;

per fax

Het faxnummer van het hof van discipline is 076 -548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken in het vereiste aantal per post te worden gezonden aan de griffie van het hof van discipline.

Voor telefonische informatie is de griffie van het hof van discipline bereikbaar onder telefoon-nummer 076 -548 4607.