ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0204 Raad van Discipline Amsterdam 09-309U
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0204 |
---|---|
Datum uitspraak: | 11-12-2009 |
Datum publicatie: | 15-12-2009 |
Zaaknummer(s): | 09-309U |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | De plaatsvervangend voorzitter verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond |
RAAD VAN DISCIPLINE
in het ressort Amsterdam
BESLISSING d.d. 11 december 2009
In de zaak 09-309 U
Beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline te Amsterdam
Naar aanleiding van de op 13 november 2009 bij de raad binnengekomen klacht 09-309 U van:
De heer
klager
tegen
De heer mr.
verweerder
De (plaatsvervangend) voorzitter heeft kennis genomen van de brief van de Deken van de Orde van Advocaten te Utrecht van 12 november 2009, en de bij die brief gevoegde stukken zoals gespecificeerd in de bij die brief gevoegde inventarislijst.
De klacht die klager, als gemachtigde van zijn cliënt de heer X, heeft ingediend, houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder zich, als advocaat van de wederpartij van de heer X, niet zou hebben gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt, door zich in een brief van 26 februari 2009 aan Stichting Y te beroepen op de inhoud van een “manual afroepcontract tactical”, terwijl hij daarbij heeft voorgewend dat het ging om het “tactical manual” dat onderdeel uitmaakte van de arbeidsovereenkomst met de heer X.
De plaatsvervangend voorzitter overweegt ten aanzien van deze klacht als volgt.
De klacht miskent het (door het Hof van Discipline onderschreven) uitgangspunt, dat verweerder, als advocaat van de wederpartij van de heer X, een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem het best voorkomt. Die vrijheid vindt mede zijn begrenzing erin dat de advocaat zich dient te onthouden van het poneren van stellingen waarvan hij de onjuistheid kent of redelijkerwijs kan kennen. Met betrekking tot genoemde beperking moet voorts in het oog worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren.
Toetsing aan bovengenoemd uitgangspunt leidt de plaatsvervangend voorzitter tot de conclusie dat verweerder niet bewust of ten gevolge van nalatigheid het verkeerde exemplaar van de tactical manual heeft genoemd, nog daargelaten het feit dat de beide versies voor wat betreft de clausule waar het om ging niet van elkaar verschilden en de heer X daarvan dan ook geen nadeel kan hebben ondervonden. De klachten zijn dan ook kennelijk ongegrond.
Op grond van het voorgaande is de plaatsvervangend voorzitter van oordeel dat de klacht, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, kennelijk ongegrond moet worden verklaard.
BESLISSING
De plaatsvervangend voorzitter verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, plaatsvervangend voorzitter, en uitgesproken
op 11 december 2009, met bijstand van mr. S.C. Zum Vörde Sive Vörding als griffier.
_________ _______
Voorzitter Griffier
Deze beslissing is verzonden op
Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de raad van discipline in het ressort Amsterdam, Postbus 75265, 1070 AG Amsterdam (fax:020-6789589).
Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift, waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.