ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0809 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW535.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0809
Datum uitspraak: 08-05-2012
Datum publicatie: 31-08-2012
Zaaknummer(s): GDW535.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   De gerechtsdeurwaarder is eerste beslaglegger. Hij reageert niet op een verzoek van een collega om informatie in verband met het voornemen ook beslag te leggen. Klaagster heeft belang bij het verkrijgen van de gevraagde informatie, om te kunnen bepalen of het leggen van beslag zinvol is.  De Kamer vindt dat een gerechtsdeurwaarder in een situatie als de onderhavige verplicht is om tijdig op het verzoek om informatie te reageren. De Kamer verwijst naar de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarder, het Memo inzake informatieverschaffing eerste beslaglegger van de KBvG en jurisprudentie van het Gerechtshof. Klacht gegrond, de maatregel van berisping opgelegd.    

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 8 mei 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 535.2011 van:

[     ]B.V.,

gevestigd en kantoorhoudende te [     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 4 augustus 2011 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij aangehechte brief met bijlagen ingekomen op 25 november 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 20 maart 2012 alwaar de gemachtigde en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 8 mei 2012.

1. De feiten

Een collega van de gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een ten gunste van klaagster gewezen vonnis. Deze collega heeft bij brief van 10 juni 2011 de gerechtsdeurwaarder om informatie gevraagd in verband met diens voornemen derdenbeslag onder de Belastingsdienst te leggen. De collega had van de Belastingdienst vernomen dat het kantoor van de gerechtsdeurwaarder eerste beslagleggend gerechtsdeurwaarder was. De gerechtsdeurwaarder heeft (ook na rappel) niet gereageerd.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder - kort samengevat - dat deze niet heeft gereageerd. Klaagster heeft groot belang bij het verkrijgen van de gevraagde informatie, in ieder geval binnen een week, om te kunnen bepalen of het leggen van derdenbeslag zinvol is. Als gevolg van de weigering van de gerechtsdeurwaarder om te reageren kan klaagster niet meedelen in de gelden die vallen onder het beslag.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft ervoor gekozen om niet op het verzoek te reageren. Er bestaat geen wettelijke basis op grond waarvan hij op zo’n verzoek zou dienen te reageren, evenmin binnen de gestelde termijn.  

4. De beoordeling van de klacht

4.1. Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De Kamer acht de klacht gegrond. In een situatie als de onderhavige is een gerechtsdeurwaarder verplicht om tijdig op het verzoek om informatie te reageren. De gerechtsdeurwaarder heeft door zijn weigering in strijd gehandeld met de artikelen 1 en 10 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarder en het Memo inzake informatieverschaffing eerste beslaglegger van de KBvG. De Kamer verwijst in dit verband ook naar de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam (LJN:BB3779) van 23 augustus 2007.

4.3 De Kamer acht oplegging van na te melden maatregel passend.

5. Op grond van het vorenstaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, mr. M. Nijenhuis en M. Colijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 mei 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.