ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0790 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW864.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0790
Datum uitspraak: 06-03-2012
Datum publicatie: 30-08-2012
Zaaknummer(s): GDW864.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ten onrechte gelegd beslag op zorgtoeslag. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat er in het dossier van klager een inschattingsfout is gemaakt op grond waarvan is gedacht dat beslag op de zorgtoeslag mogelijk was. Klacht gegrond. Geen maatregel opgelegd. Hoger beroep ingesteld.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 6 maart 2012 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 864.2010 ingesteld door:

[     ] ,

klager,

wonende te [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 29 november 2010, heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 27 december 2010, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 24 januari 2012 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 6 maart 2012.

1. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarder is belast met de tenuitvoerlegging van een op 25 juni 2010 ten nadele van klager gewezen vonnis waarbij klager werd veroordeeld tot betaling van zijn aanvullende premie zorgverzekering.

b)      Bij exploot van 3 november 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager beslag gelegd onder de Ontvangen van de Belastingdienst op de zorgtoeslag van klager. De beslagvrije voet is door de gerechtsdeurwaarder vastgesteld op 0,00 per maand.

c)      Bij email van 11 november 2010 heeft klager gemotiveerd bezwaar gemaakt tegen het gelegde beslag.

d)     Bij brief van 15 november 200 heeft de gerechtsdeurwaarder klager medegedeeld dat de beslagvrije voet op 0,00 is gesteld omdat de zorgtoeslag geheel ten behoeve komt van de zorgpremie.

e)      Bij brief van 18 november 2010 heeft de advocaat van klager de gerechtsdeurwaarder bericht dat in verband met artikel 45 Awir geen beslag mocht worden gelegd op de zorgtoeslag van klager en heeft verzocht het beslag op te heffen.

f)       Bij email van 22 november 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder klager medegedeeld dat het beslag was opgeheven.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij ten onrechte beslag heeft gelegd op zijn zorgtoeslag en niet inhoudelijk heeft gereageerd op zijn email van 11 november 2010. Pas nadat een door klager ingeschakelde advocaat de gerechtsdeurwaarder schriftelijk had benaderd, is zijn email van 11 november 2010 in behandeling genomen en is het beslag opgeheven. Klager heeft zijn zorgtoeslag niet ontvangen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat het beslag is gelegd omdat klager niet aan de in het vonnis van 24 juni 2010 uitgesproken veroordeling had voldaan. Omdat de vorderingen van de ziektekostenverzekeraar bij uitzondering geen betrekking hebben op de premieachterstand is de zaaksbehandelaar er ook in het dossier van klager van uitgegaan dat beslaglegging op de zorgtoeslag mogelijk was. Dat was niet het geval omdat de veroordeling betrekking had op de aanvullende verzekering. Direct nadat was vastgesteld dat het beslag ten onrechte was gelegd, is dit opgeheven. Er heeft door de belastingdienst geen betaling aan het kantoor van de gerechtsdeurwaarder plaatsgevonden.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt het volgende overwogen. De klacht is gericht tegen [     ], gerechtsdeurwaarder te [     ], die het beslag heeft gelegd. Omdat het kennelijk een losse opdracht betrof, het dossier is volgens de gegevens op het beslagexploot in behandeling bij het kantoor [     ], wordt de verweervoerende gerechtsdeurwaarder aangemerkt als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat er in het dossier van klager een inschattingsfout is gemaakt op grond waarvan is gedacht dat beslag op de zorgtoeslag mogelijk was. De klacht is naar het oordeel van de Kamer terecht voorgesteld. Als een gerechtdeurwaarder bij de uitoefening van zijn taak een vergissing maakt is dat echter niet zonder meer tuchtrechtelijk laakbaar. Weliswaar is niet optimaal met klager gecommuniceerd, echter ter zitting is gebleken dat al voor de advocaat van klager de gerechtsdeurwaarder had geschreven, het onder de belastingdienst gelegde beslag door de gerechtsdeurwaarder feitelijk was opgeschort. De termijn gelegen tussen de email van klager van 11 november 2010 en het opschorten van het beslag op 16 november 20110 is niet zo lang dat het handelen van de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk dient te worden gesanctioneerd. Dat door de belastingdienst gelden aan de gerechtsdeurwaarder zijn afgedragen, is door de gerechtsdeurwaarder bestreden en kan zonder nadere onderbouwing van klager ook niet worden vastgesteld.

5. De Kamer is van oordeel dat kan worden volstaan met de constatering dat de klacht terecht is voorgesteld. Gelet op het feit dat de gerechtsdeurwaarder na te hebben vastgesteld dat het beslag ten onrechte was gelegd, het beslag heeft opgeschort, zijn er geen termen aanwezig om tot het opleggen van een maatregel over te gaan.

6. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond.

Aldus gegeven door mr. H.M. Patijn, plaatsvervangend-voorzitter, en mr. C.W. Inden en J.C.M. van der Weijden, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 maart 2012, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.