ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0766 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW225.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0766
Datum uitspraak: 30-12-2011
Datum publicatie: 22-06-2012
Zaaknummer(s): GDW225.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Berekenen verkeerd tarief bij berekenen verschot. De Kamer is van mening dat het verschot niet meer zou moeten zijn dat een vergoeding voor de directe kosten voor het opvragen van informatie. Klacht gegrond. Geen maatregel omdat de gerechtsdeurwaarder onverplicht alle kosten van de door hem verrichte ambtshandelingen heeft terugbetaald.heeft

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 30 december 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 225.2011 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 4 april 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 9 mei 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 3 november 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder nadere informatie verstrekt. Klager heeft medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

De klacht is behandeld ter zitting van 6 december 2011 waar de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 30 december 2011.

1. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een ten laste van klager door de Kamer van Koophandel uitgevaardigd dwangbevel

b)     Het dwangbevel is op 24 augustus 2010 aan klager betekend. Als voorschot ex artikel 9 van het BTAG staat vermeld wegens een uittreksel KvK een bedrag van € 12,50.

c)      Op 21 februari 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager beslag gelegd op een auto.

d)     Op 25 februari 2011 is het proces-verbaal van beslag aan klager betekend en de openbare verkoop van de auto aangezegd en een verkoopbiljet aangeplakt.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze een verkeerd tarief hanteert voor wat betreft het verschot van de Kamer van Koophandel. Klager stelt dat dit tarief volgens de KvK maximaal € 11,- is, terwijl de gerechtsdeurwaarder € 12,50 rekent.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat zijn medewerkers het uittreksel dienen te bestuderen en te verwerken. Deze twee extra handelingen rechtvaardigen volgens de gerechtsdeurwaarder een opslag op het verschot. In een aanvullend verweer van 3 november 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder medegedeeld dat zijn verdere bemoeiingen met de zaak op verzoek van de opdrachtgever zijn gestaakt. Het resterende bedrag van het beslag, de aanzegging verkoop en het verkoopbiljet zijn gecrediteerd. De kosten van het uittreksel van de Kamer van Koophandel zijn eveneens in zijn geheel gecrediteerd om iedere vorm van discussie te voorkomen.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. De klacht is ingediend tegen het kantoor van de gerechtsdeurwaarder maar gerechtsdeurwaarder [     ] heeft zich opgeworpen als beklaagde. Hij wordt als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van de beschikking al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.3 Op grond van het bepaalde in artikel 9 van het Besluit tarieven ambtshandelingen mag de gerechtsdeurwaarders zijn kosten verhogen met de door de ambtshandeling noodzakelijke verschotten. In deze zaak ligt de vraag voor of een gerechtsdeurwaarder een hoger verschot mag doorrekenen, dan het bedrag dat hij daadwerkelijk heeft voorgeschoten.

4.4 De Kamer stelt voorop dat het niet in strijd met het BTAG is indien bepaalde kosten zoals vaste kosten voor de informatiedienst worden doorberekend bij een verschot. Dat is immers niet in strijd met de toelichting op het BTAG.

4.5 Dat dergelijke kosten zijn gemaakt is niet gebleken. In de onderhavige zaak heeft de gerechtsdeurwaarder immers als reden voor de opslag aangevoerd dat zijn medewerkers het uittreksel dienen te bestuderen en te verwerken, wat reden zou zijn voor een opslag op het verschot. Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder hieraan toegevoegd dat hij in deze zaak twee keer het register van de Kamer van Koophandel heeft geraadpleegd. De eerste maal bij de opstelling van het dwangbevel en nog eens voorafgaande aan de daadwerkelijke betekening. Die informatie is elektronisch opgevraagd en de kosten daarvan bedragen € 2,50 per keer.

4.6 Naar het oordeel van de Kamer zou het verschot niets meer moeten zijn dan een vergoeding van de directe kosten voor het opvragen van informatie. Dat heeft de gerechtsdeurwaarder bij de kosten van het uittreksel GBA ook gedaan. De door de gerechtsdeurwaarder genoemde werkzaamheden betreffen personeelskosten die al zijn betrokken en ingecalculeerd bij de vaste tarieven. Dat zoals door de gerechtsdeurwaarder ter zitting is aangevoerd het door hem gehanteerde tarief nagenoeg aansluit bij het tarief van € 11,00 wat door het Landelijk Overleg van de kantonrechters wordt geadviseerd per bevraging uit het handelsregister, doet hieraan niet af. Dat tarief is namelijk gebaseerd op een aanvraag van een schriftelijk gewaarmerkt uittreksel. De klacht is daarom terecht voorgesteld.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De Kamer ziet geen aanleiding om tot het opleggen van een maatregel over te gaan. De Kamer heeft daar bij meegewogen dat de gerechtsdeurwaarder onverplicht alle kosten voor de door hem verrichte ambtshandelingen voor zijn rekening heeft genomen.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        laat het opleggen van een maatregel achterwege.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J-M.L. Baudoin leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 december 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.