ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0079 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.288

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0079
Datum uitspraak: 22-01-2008
Datum publicatie: 27-01-2009
Zaaknummer(s): 2007.288
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Het ligt op de weg van de gerechtsdeurwaarder om klaagster te informeren met betrekking tot het niet doorgaan van de executoriale verkoop van de roerende goederen (Gerechtshof Amsterdam, 19 januari 2006 LJN: AV0589). Eerst nadat door en namens klaagster telefonisch contact is opgenomen met het kantoor van de gerechtsdeurwaarders is om 15.00 uur medegedeeld dat de om 13.00 uur geplande executoriale verkoop niet doorging. Door dat niet eerder te doen, werd klaagster met potentiële kopers geconfronteerd en is klaagster ten onrechte en onnodig in spanning gelaten.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beslissing van 22 januari 2008 als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 288.2007 van:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

1. [     ],

2. [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 5 juni 2007 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna de gerechtsdeurwaarders.

Bij aangehechte brief met bijlage van 11 juni 2007 hebben de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter zitting van 4 december 2007 alwaar klaagster is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 22 januari 2008.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      De gerechtsdeurwaarders zijn belast met de executie van een op 28 januari 2004 tegen klaagster gewezen vonnis.

b)      Zij hebben daartoe onder meer beslag gelegd op haar inboedel waarvan de openbare verkoop is aangezegd tegen 7 mei 2007.

c)      Hoewel de gerechtsdeurwaarders het voornemen hadden om de verkoop te houden, is deze uiteindelijk niet gehouden omdat de gerechtsdeurwaarders klaagster de gelegenheid wilden bieden met een passende regeling te komen. De verkoop heeft ook niet plaatsgevonden omdat de gerechtsdeurwaarders met spoed op een andere locatie nodig waren.

d)      Bij brief van 7 mei 2007 hebben zij dit aan klaagster bericht.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarders verkort samengevat dat zij onvoldoende rekening hebben gehouden met haar moeilijke persoonlijke omstandigheden.

Zij verwijt hen dat zij niet bereid waren de executie op te schorten terwijl er diverse voorstellen van haar schuldhulpverleners waren ter aflossing van haar schuld. Zij verwijt de gerechtsdeurwaarders ook dat zij niet zijn verschenen op 7 mei 2007 om 13:00 uur. Pas om ongeveer 15:00 werd het duidelijk dat er niemand zou komen en de verkoop geen doorgang zou vinden.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

De gerechtsdeurwaarders hebben samengevat aangevoerd dat zij belast zijn met de executie van een ten laste van klaagster gewezen vonnis. Op grond daarvan is ten laste van klaagster beslag gelegd op haar inboedel en is de openbare verkoop daarvan aangezegd. Voor en na het beslag zijn vele regelingen getroffen die niet door klaagster werden nagekomen. Ook is de executie enkele malen aangehouden. Schuldhulpverlening heeft tot niets geleid en ook toetreding tot de wettelijke schuldsanering liep spaak. Hierin hebben de gerechtsdeurwaarders aanleiding gezien de executie door te zetten. Na talloze ontwikkelingen culmineerde dat alles uiteindelijk in de voorgenomen executieverkoop. De verkoop heeft uiteindelijk niet plaats gevonden omdat de gerechtsdeurwaarder met spoed op een andere locatie nodig was. Dat is klaagster schriftelijk medegedeeld.    

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechts-deurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. De aan het kantoor verbonden gerechtsdeurwaarders worden daarom als beklaagden aangemerkt.

Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening is gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Gelet op de omstandigheden van het geval, betalingsregelingen werden niet nagekomen en de schuldhulpverlening in eerste instantie spaak liep, is het niet verwijtbaar dat de gerechtsdeurwaarders niet bereid waren de executie op te schorten. Het eerste onderdeel van de klacht dient daarom ongegrond te worden verklaard.

4.3 Het had echter wel op de weg van de gerechtsdeurwaarders gelegen om klaagster te informeren met betrekking tot het niet doorgaan van de executoriale verkoop van de roerende goederen (Gerechtshof Amsterdam, 19 januari 2006 LJN: AV0589). Eerst nadat door en namens klaagster telefonisch contact is opgenomen met het kantoor van de gerechtsdeurwaarders is om 15.00 uur medegedeeld dat de om 13.00 uur geplande executoriale verkoop niet doorging. Door dat niet eerder te doen, werd klaagster met potentiële kopers geconfronteerd en is klaagster ten onrechte en onnodig in spanning gelaten. De klacht is op dit punt gegrond. Gezien de ernst van het verwijt is de Kamer van oordeel dat de maatregel van berisping aan de gerechtsdeurwaarders dient te worden opgelegd.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de het tweede klachtonderdeel gegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarders de maatregel van berisping op;

-        verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mrs. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter, N.C.H. Blankevoort en

J. Smit, plaatsvervangend-leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 januari 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.