ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0175 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.586verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0175
Datum uitspraak: 12-06-2007
Datum publicatie: 20-04-2009
Zaaknummer(s): 2006.586verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De klacht betreft eenzijdige wijziging van de betalingsregelingen en inzichtgeven in de gedane betalingen. De voorzitter oordeelt dat de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder niet laakbaar is. De Kamer is het niet met de voorzitter eens en verklaart het verzet en de klacht gegrond. Er wordt geen maatregel opgelegd.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 12 juni 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 586.2006 ingesteld door:

[      ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 28 november 2006 (zaaknummer 430.2006) heeft de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 4 december 2006 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 15 december 2006 heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 24 april 2007 alwaar klaagster en de gemachtigde zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 12 juni 2007.

2. De gronden van het verzet

Voor de inhoud van het verzet wordt verwezen naar het verzetschrift waarvan een exemplaar aan deze beslissing is gehecht.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

4. De beoordeling van de gronden van het verzet

4.1 In de inleidende klacht heeft klaagster onder andere aangevoerd dat zij vanaf maart 2000 tot en met augustus 2006 maandelijks zoals met de gerechtsdeurwaarder was afgesproken € 22,72 op haar schuld heeft afgelost. Op 11 augustus 2006 ontving zij echter een acceptgiro waarop een bedrag van € 80,00 per maand stond vermeld.  Voorts heeft zij aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder heeft geweigerd inzicht te geven in de betalingen van haar ex-man op de vordering.

4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft tegen het verzetschrift aangevoerd dat met de ex-man van klaagster een aflossingsbedrag van € 80,00 is afgesproken. Per abuis is klaagster voor dat bedrag aangeschreven toen de ex-man niet betaalde. Klaagster heeft volgens de gerechtsdeurwaarder nooit een overzicht gekregen van de betalingen van haar ex-man, omdat hij daarover niet in details kan treden.

4.3 De Kamer is van oordeel dat de klacht gegrond is met betrekking tot de eenzijdige wijziging van het aflossingsbedrag en de weigering inzicht te geven in de betalingen van de ex-man van klaagster. De Kamer ziet echter geen grond tot het opleggen van een maatregel. Daarbij speelt de toezegging van de gerechtsdeurwaarder ter zitting een rol.

  4.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet gegrond;

-        vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-        verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond;

-        laat het opleggen van een maatregel achterwege.

Aldus gegeven door mr. R.G. Kemmers, plaatsvervangend-voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.